Fotografie
Photographie

1/1500 1/500 1/250 1/125 1/45

Op 5 en 6 juni 2010 was er opnieuw de Snelheidsprijs van de Noordzee voor motoren. Met een spiegelreflex en een degelijke lens met een voldoende brandpuntsafstand kan je goede foto's nemen (70-200 voor motoren op afstand, 24-105 als de motoren dichterbij rijden). Maar wat maakt een foto geslaagd?

De motoren razen aan hoge snelheid op het parcours. De gemiddelde snelheid ligt boven de 150km/u op een stratenrace! Vaak geven de foto's geen indruk van snelheid; alles is bevroren.

Een indruk van snelheid kan je enkel geven door een voldoende lage sluitersnelheid te gebruiken.

Met je lage sluitertijd moet je ook de brommer volgen (pannen of meetrekken). De motor tekent zich scherp af terwijl de achtergrond onscherp is. Indien je fototoestel uitgerust is met een systeem om bewegingsonscherpte te beperken (vibration reduction, image stabiliser of andere), dan moet je die uitschakelen. Ik weet dat de recentere beeldstabilisatoren in staat zijn het meetrekken te detecteren, maar dit lukt niet in alle gevallen. Als het beeld onscherp is, komt dit door het systeem die een fout begaan heeft, of door de fotograaf die de motor niet juist gevolgd heeft?

Maar welke sluitersnelheid is dan aangewezen? Dit hangt af van talrijke factoren.

• Beweegt de motor niet mooi loodrecht op je fototoestel, dan ga je best niet te laag (1/250). Dit is bijvoorbeeld het geval als de motor een bocht maakt en zeker als de brommer op je afkomt.

• Voor een algemeen beeld kan je heel laag gaan: 1/90 is een mogelijke waarde (moto's razen zijdelinks voorbij)

• Voor een beeldvullende motor ga je liefst niet te laag, 1/250 is een geschikte waarde, je krijgt hem anders toch niet scherp. De omgeving zal al redelijk onscherp zijn wegens de beperkte scherptediepte.

En de andere instellingen? Voor de scherpstelling gebruik je de "servo tracking": het toestel blijft scherpstellen op hetgeen in het middel van het beeld staat. De betere reflextoestellen zijn in staat de verandering in afstand tussen fototoestel en onderwerp te bepalen en kunnen dus berekenen waar het onderwerp zal staan als er afgedrukt zal worden.

Maar ook aan de lenzen worden zware eisen gesteld. Met de kitlens (18-200) zal het zeker niet lukken. Enkel lenzen met ultrasoonmotor kunnen snel genoeg reageren, en zelfs dat is niet gegarandeerd: een middenmoot lens (EF 28-138 ƒ3.5-5.6 IS USM) zal niet kunnen volgen.

Eén van de betere lenzen is de Canon EF 70-200. De ƒ/2.8 versie reageert wat trager (meer glas dat verplaatst moet worden bij het scherpstellen). De ƒ/4 versie is hier dus marginaal beter (ik beschik over beide lenzen). Beeldstabilisatie is niet nodig.

Les motos filent à haute vitesse. La vitesse moyenne sur le parcours (en ville) est de plus de 150 à l'heure. Mais souvent les photos ne donnent aucune impression de vitesse. Tout semble figé.

Pour donner une idée de la vitesse, il faut utiliser un temps de pose suffisamment lent.

Mais ce n'est pas tout: il faut suivre le motard avec l'appareil photo, pour que la moto soit nette et les environs flous (effet de filé très recherché). Si ton appareil est équipé d'un dispositif anti-bougé (vibration reduction, image stabiliser ou autre), il vaut mieux le débrancher. Je sais que certains de ces systèmes peuvent détecter les mouvements voulus, mais cette détection n'est pas fiable à 100%. Si l'image est floue, est-ce que cela provient du stabilisateur qui a mal fait son travail, ou du photographe qui a mal suivi le motard?

Mais quelle est la bonne vitesse à utiliser? Cela dépend de pas mal de facteurs.

• Quand le motard ne se déplace pas perpendiculairement, il vaut mieux ne pas aller en dessous de 1/250. Plus tu fais un plan d'ensemble, et plus tu peux aller bas.

• Une vue d'ensemble peut être photographiée à du 1/90.

• Pour un gros plan, il vaut mieux rester à 1/250 autrement la moto ne sera jamais nette. Les alentours seront de toute façon flous à cause de la profondeur de champ limitée.

Plus la photo doit être agrandie, et plus il faut utiliser un temps de pose élevé pour que le bougé du motard soit moins visible. S'il te faut un poster au format A1, il vaut mieux travailler avec du 1/500 et ajouter par après un effet de vitesse avec Photoshop.

Avec un temps de pose lent, un seul motard sera net (celui que tu suis), tous les autres auront un bougé parce qu'ils ne se déplacent pas à la même vitesse ou dans la même direction. Dans certains cas, cela augmente l'effet de vitesse et attire le regard sur le motard principal.

Et les autres réglages? Utilise le mode "servo tracking": la mise au point fonctionne alors continuellement et l'appareil met au point sur ce qui ce trouve au milieu de l'image. Les meilleurs reflex sont en mesure de calculer la vitesse du déplacement et utilisent la mise au point prédictive.

Seules les meilleurs optiques (Canon et sa classe "L" par exemple) sont en mesure de suivre un motard à pleine vitesse. N'essaie pas avec une optique de base 18-200: je te garantis que cela ne fonctionnera pas. Il n'y a que les optiques à moteur ultrasonique (et même pas toutes) qui peuvent suivre un motard à pleine vitesse. Même une optique "moyenne" (EF 28-135 ƒ/3.5-5.6 IS USM) a de la peine à suivre.

Une des meilleures optiques est la Canon EF 70-200. La version ƒ/4 est un peu plus rapide à la mise au point que la version ƒ/2.8, mais c'est limite (je dispose des deux versions). Un stabilisateur n'est évidemment pas nécessaire.

Les courses de motos qui se tenaient dans le port d'Ostende n'ont plus lieu, le port industriel ést transformé en zone résidentielle.

Er worden geen wedstrijden meer gehouden aan de vuurtoren, de industriezone is een woonzone geworden.