- - |
---|
FotografieSepia en duo tone
Fotografie » Digitale doka » Kleur » Sepia en duo-tone
Duo-tone is van origine het gebruikt van een steunkleur om de kwaliteit van de afdruk te verbeteren.
| Tijdschriften werden vaak in zwart-wit geprint. Een meerkleurendruk was moeilijk te realiseren (meerkost en problemen om een correcte bedekking te bekomen). Maar zwart-wit is niet "klasse" genoeg. Wat voldoende is voor tijdschriften is niet genoeg voor een boek. De foto's hebben een zichtbare, storende raster. Men moet foto's rasteren omdat het niet mogelijk is doorlopende tinten te bekomen bij het drukken (halftone is niet mogelijk met commercieele drukprocédés). Alle gangbare drukprocédés werken met kleine inktpuntjes. Het is overigens leuk om te weten dat het rasteren van origine een fotografisch procédé is.
Bij duo-tone gaat men een steunkleur gebruiken voor de heldere delen van het beeld (dit zijn juist de plaatsen waar de raster het meest storend is). De helderen tonen worden dus gemaakt met de steunkleur, en gaandeweg wordt de steunkleur vervangen door de hoofdkleur (zwart). Een voordeel is dat de zwarte inkt wat gaat oplossen in de steunkleur, zodat de raster bijna verdwijnt. Als steunkleur kan men een inkt gebruiken die minder geconcentreerd is (dit doet men bij bepaalde inkjetprinters, die beschikken over licht-magenta en licht-cyan zodat de inktpuntjes niet zichtbaar zijn). Bij een zwart-witte foto is het dus een grijze inkt, maar men kan bijvoorbeeld ook geel gebruiken als steunkleur. Oorspronkelijk werd deze methode door de drukkers toegepast om de slechte kwaliteit van het drukwerk (de raster) te verdoezelen, en om goedkoop te kunnen werken. Registratiefouten, dat wil zeggen de verschillende kleuren die elkaar niet juist overlappen, vallen bij duo-tone nauwelijks op en dat betekent voor de drukker dat hij niet zo secuur moet werken. Ook worden er slechts twee rasters gebruikt in plaats van vier (zwart, cyan, magenta en geel) en moet er geen optimale kleurbalans ingesteld worden. Maar wat oorspronkelijk een manier was om goedkoop aanvaardbare foto's te maken is ondertussen uitgegroeid tot een manier om iets "meer" aan een foto te geven (een historisch tintje zeg maar: sepia). Sepia was oorspronkelijk een fotografisch toning procédé (weeral!) waarbij het zilver van de afdruk vervangen werd door meer stabiele zouten. Deze behandeling gaf de foto een geelachtig tintje. Duo-tone en sepia hebben ook hun nadelen. Het is alles of niets want het is een machinaal procédé, aangepast aan de drukpersen en het gebruikte inkt. Effekten toepassen (splash color en selective color) zit er dus niet in.
Maar men is niet noodzakelijk beperkt tot zwart en een steunkleur, maar men kan als hoofdkleur een complementaire kleur gebruiken, bijvoorbeeld sepia en blauw in dit voorbeeld. Door het mengen van de pigmenten bekomt men een zwarte tint. De transfert-curves (de omzetting van het zwart-niveau naar een hoeveelheid inkt) moeten aangepast worden aan de kleur van de inkt.
Pseudokleuren en valse kleurenAls men het over valse kleuren heeft, heeft men het eigenlijk over pseudokleuren, bijvoorbeeld kaarten, waarbij men het reliëf, het temperatuurverloop, enz... gaat omzetten in een reeks kleuren. Ook beelden die van nature monochroom zijn zoals infra-rood satellietbeelden kunnen omgezet worden in pseudokleuren. Pseudokleuren worden ook toegepast in de geneeskunde (computer tomografie), waarbij de verschillende soorten weefsels (met een andere dichtheid ten opzichte van de X-stralen) een andere kleur krijgen. Zo is het verschil beter te zien tussen gezonde weefsel en een tumor.Als men extra-informatie bijplaatst (bijvoorbeeld een infra-rood beeld over een visueel satellietbeeld) heeft men het over valse kleuren, maar in de praktijk worden beide benamingen door elkaar gebruikt. 50 tinten grijs
|
-