Gebruik van kleurfilters


Fotografie » Faq en tips » Kleurfilters - theorie

In dit voorbeeld gebruiken we een CTO-filter (color temperature orange), één van de meest gebruikte filters.

Het instellen van de kleurbalans van een fototoestel is iets dat fotografen niet graag doen. Het is een instelling waarmee we geen natuurlijke voeling mee hebben. Als we op straat wandelen zien we wit licht. Komen we binnen, dan is het licht nog steeds wit. Toch zijn beide soorten "wit" verschillend. Onze ogen passen zich automatisch aan zonder dat wij het merken. Ook het fototoestel doet dat automatisch, en vaak is er zelfs geen instelling meer bij de basistoestellen.

Het instellen van de witbalans wordt hier uitgelegd. Dit zijn de meest voorkomende kleurtemperaturen van lichtbronnen:

Indien je een extra flitser zou gebruiken, dan zal die een te blauw licht geven als het fototoestel ingesteld staat op gloeilamplicht. Bij de instelling "betrokken hemel" en "schaduw" geeft het flitslicht een warmer beeld.

Kleurgels worden meestal in packs met een 10-tal kleuren verkocht. De filter wordt op de flitser gemonteerd met een klem. Niet alle kleuren zijn even bruikbaar voor portrets. Naast de kleur speelt ook de densiteit (kleursterkte of saturatie) een rol. We hebben bijvoorbeeld zeer helderblauwe filters (1/4), lichtblauwe filters (1/2) en normale blauwe filters (1/1).

Het effekt van een filter is niet hetzelfde als de kleurbalans van het fototoestel instellen: het instellen van d ekleurbalans heeft invloed op het volledig beeld, terwijl de werking van de filter beperkt is tot de delen die door de flitser belicht worden.

Bepalen van het effekt van de filter

Het kan nuttig zijn om de kleurtemperatuur van een filter op te schijven, dan weet je direct welke correctie je op het toestel moet ingeven als je de flitser met filter gebruikt. Een gele filter heeft bijvoorbeeld een kleurtemperatuur van 3300K, terwijl een blauwe filter een temperatuur van 9500K heeft. Als men het toestel op die waarde instelt, dan heeft het deel dat belicht is de correcte kleurtint, terwijl de achtergrond blauwachtig of orangeachtig is.

Om het effekt van de filter te bepalen gaan we eerst een wit blad of een 18% grijskaart belichten met de flitser (zonder filter). Als het fototoestel ingesteld staat op 5500K zou men geen kleurzweem moeten hebben. Het kan nodig zijn om het beeld wat te onderbelichten, zodat een kleurzweem beter zichtbaar is.

Gebruik het kleurhistogram om na te gaan of het beeld een kleurzweem heeft. Dit is hier goed te zien, de blauwe kleur is naar links verschoven, dus minder blauw (en inderdaad, de foto heeft een gele teint). In dit geval moet de instelling op het fototoestel gewijzigd worden (oudere flitsers kunnen een lagere kleurtemperatuur hebben). Nu weet je de kleurtemperatuur van je flitser zonder filter.

Monteer nu een filter op de flitser en probeer dezelfde neutraal beeld te bekomen door de witbalans manueel bij te stellen. Dit zal niet lukken met groene en paarse filters. Als je een grijs beeld bekomt, schijf dan de waarde op een hoek van de filter. Zo weet je direct hoe je je toestel moet instellen als je een filter plaatst.

Als je de kleurzweem niet volledig kan wegwerken hebben bepaalde toestellen zoals de Canon 5D Mk IV een extra instelling (zie raster rechts). Je kan de verhouding rood/blauw en groen/magenta bijstellen. Spijtig genoeg is de instelling eerder beperkt en moet die uitgevoerd worden als instellingen van de normale witbalans niet meer helpen. Een dergelijke instelling kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de groenzweem van TL lampen te onderdrukken.

De paarse filter die op het eerste zicht onbruikbaar leek, geeft een mooi sepia beeld als de kleurtemperatuur op 10.000K ingesteld staat, rood op +9 en groen op +9. De achtergrond is rood zoals een uranotype.

Praktisch gebruik van een CTO filter

We willen een foto met een warme gloed op het model, maar de achtergrond mag niet rood zijn, in tegendeel, de achtergrond moet wat blauw zijn om een evenwichtig beeld te vormen. We willen het effekt van een zonsondergang bekomen, of het effekt van het warme binnenlicht die naar buiten straalt door een raam (een soort avondeffekt). Zou het niet mogelijk zijn om een gelijkaardig effekt te bekomen zonder filter te moeten gebruiken, met het toestel ingesteld op een waarde tussen 7500K (schaduw) en 5500K (flitser), dus bijvoorbeeld 6500K? Men heeft dan een heel lichte warme gloed over de persoon, maar de achtergrond heeft een licht blauwe zweem zodat het beeld niet overdreven warm is.

Deze instelling is perfekt voor portrets, waarbij het effekt zeer beperkt is, maar komt te kort als we de gloed van een zonsondergang willen nabootsen.

Het gebruik van filters en de instelling van de witbalans is een moeilijke materie, daarom dat het nuttig is om de correctiewaarde op de gekleurde vellen te schrijven zodat je zonder veel na te denken de jusite instelling kan ingeven.

Daarbij komt nog dat je een evenwicht moet vinden tussen het omgevingslicht en het flitslicht (dat als invulflits gebruikt wordt). De meeste flitsers zijn TTL flitsers waarbij je gemakkelijk de balans kan instellen. Het gebruik van een kleurfilter heeft geen invloed op de werking van de TTL-flitser (lichthoeveelheid), omdat het vermogen van de flitser automatisch aangepast wordt..

Op een volgende pagina tonen we enkele praktische voorbeelden van het gebruik van kleurfilters bij fotografie met flitser buiten.


Kleurzweem controleren door middel van het histogram


Gebruik van het correctierooster




Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren

-