Gouden uur
Blauwe uur


Fotografie » FAQ en tips » Gouden uur, blauwe uur

De dageraad en zonsondergang zjn twee heel geschikte momenten van de dag om goede foto's te nemen (landschappen, gebouwen, zelfs portrets). De hemel is nog zichtbaar en is in evenwicht met de openbare verlichting.

We onderscheiden verschillende fasen bij zonsondergang en bij zonsopkomst. Een precieze tijdsbepaling is niet mogelijk omdat dit van het weer afhangt (bijvoorbeeld de zon die achter de volken verdwijnt bij zonsondergang). Bij betrokken hemel is er in ieder geval geen sprake van het gouden en het blauwe uur.

De fasen worden sneller doorlopen aan de evenaar en trager dichtbij de polen. Tijdens de polaire nacht wordt het nooit dag, maar blijft het land in de schemering.

Bij zonsopgang en zonsondergang is het verloop identiek (maar omgekeerd) en kan enkel verschillen door de weersomstandigheden.

Er zijn 4 fasen te onderscheiden:

Beeldcorrectie: onderbelichten?

Een fototoestel zal altijd proberen het beeld correct te belichten en zal daarom een langere sluitertijd gebruiken, de versterking opvoeren (hogere ISO-waarden) of zal de flitser inschakelen. Flitslicht is totaal onbruikbaar bij landschapsfotografie bij schemering.

Men kan bewust het beeld onderbelichten om het beeld donkerder te maken op een natuurlijke manier, maar in de praktijk bekomt men betere resulaten als men de foto's acheraf bewerkt. Het voordeel van een bewerking achteraf is dat het fototoestel meer licht krijgt: de ruisafstand kan dus groter zijn. Als men de foto's achteraf bewerkt, dan verdwijnt de ruis in de donkere beeldelementen.

De toe te passen correcties zijn niet lineair (gans het beeld donkerder maken). Neen, we gaan de donkere en gemiddelde beeldelementen donkerder maken, en eventueel heldere elementen helderder maken. Daardoor wordt het beeld meer levendig (alle lichtintensiteiten zijn aanwezig). Dergelijke bewerkingen heten tone mapping.

Dit is goed zichtbaar op de histogram dat oorspronkelijk in het midden gecentreerd was (contrastarm beeld) en nu uitgebreid en verschoven werd, met een piek aan de donkere kant.

De drie foto's zijn genomen met deze instellingen: 1/125 ƒ/4 en 3200 ISO.

Oorspronkelijk beeld
Bewerkt beeld

De twee laatste foto's rechts zijn genomen juist na zonsondergang, aan het begin van het blauwe uur (die in feite minder dan een uur duurt). De foto's werden genomen meer dan 10 jaar geleden. De foto's werden 1 stop onderbelicht. Ik beschikte toen over de Sony DSC-F828 die op zijn laagste ISO-waarde gebruikt werd (dit toestel produceert nogal ruis). De sluitertijd was toen 1/5, wat een statief noodzakelijk maakte. De Canon 20D (met evenveel pixels) kan op een hogere ISO-waarde gebruikt worden.

Zie ook: nachtfotografie

Hoe ontstaan de gouden kleur van de zon
en de blauwe kleur van de hemel?

De zonnestralen worden gedeeltelijk verstrooid door de luchtmoleculen. De paarse en blauwe stralen (kortere golflengte) worden meer verstrooid dan de gele en rode stralen. Dit is de Rayleigh verstrooing.

Aan de grond hebben we hoofdzakelijk de groene, gele, orange en rode stralen die in rechte lijn van de zon afkomen. Hoe lager de zon boven de horizon, hoe dikker de luchtlaag en hoe meer kleuren er verstrooid worden. Als de zon juist boven de horizon zit, blijven er enkel de rode en orange lichtstralen over.

Maar het verstrooid licht is niet verloren: de lucht lijkt blauw, terwijl die eigenlijk zwart had moeten zijn, de kleur van de hemel. Als de zon juist onder de horizon verdwenen is, is er nog veel verstrooing en ziet de hemel er donkerblauw uit. Als de zon lager dan 15° onder de horizon zit, dan is er geen verstrooing meer en ziet de lucht er zwart uit.

De wolken bestaan uit waterdruppels (veel groter dan de luchtmoleculen) die alle stralen evenveel verstrooien. Daarom zijn de wolken wit.

Dezelfde verstrooing vindt plaats op een kleinere schaal. Melkglas dat door een puntbron belicht wordt ziet er blauw uit door de verstrooing en de lichtstralen die door het glas passeren zijn orange geworden.

Een gelijkhaardig natuurkundig fenomeen is het Tyndall effekt, die echter hier niet van toepassing is.


Canon 20D: 1/15, ƒ/3.5, 400ISO -1EV


Sony DSC-F828: 1/5, ƒ/2, 64ISO -1EV

Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren

-