Compacttoestellen en spiegelreflextoestellen zijn algemeen bekend, maar bestaan er nog andere soorten fototoestellen?
En toch zit er heelwat techniek in zo'n klein bakske, vooral als het een toestel met ingebouwde flitser betreft. De flitser kan je namelijk gebruiken als extra slave-flits. Veel licht zal zo'n minuscuul dingske niet geven, maar het is ideaal om schaduwen weg te werken.
In een wegwerpcamera zit de techniek vooral in de film. Omdat er totaal geen regeling is wat betreft de belichting, moet de film deze verschillen kunnen opvangen. Men gebruikt daarom een negatieffilm met een hoge gevoeligheid en belichtingslatitude, bijvoorbeeld een film van 400ASA dat men in het labo (bij het ontwikkelen) verder opdrijft tot 800ASA. Fuji is de enige fabrikant die dergelijke aangepaste films maakt.
De hoge native gevoeligheid en het opdrijven in het labo zorgt ervoor dat de film een sterke korrel vertoont, maar dit is geen bezwaar, want de gebruikte optiek is toch niet bijzonder. Het is niet de bedoeling dat er afdrukken gemaakt worden die groter zijn dan 10 * 15 cm, en dankzij de grote filmoppervlakte van 24*36mm is de korrel bij een dergelijke 5 maal vergroting nauwelijks merkbaar. De foto's zijn in ieder geval beter dan wat je kan bekomen met het pocket instamatic (AKA 110)-formaat, dat gelukkig totaal van de markt verdwenen is. Omdat er geen belichtingsregeling aanwezig is, is iedere foto anders belicht: teveel of te weinig. Het negatief dat gebruikt wordt heeft een grote speelruimte en vangt deze variaties op. Na het ontwikkelen wordt daarom bij iedere fotoafdruk een correctie uitgevoerd.
De rug kan vervangen worden, en dan heb je de keuze: een matglas voor het scherpstellen, een filmcassette (technische camera's gebruiken vaak het 6 × 6cm-formaat) of een digitale achterwand. Werken met een dergelijke camera is allesbehalve eenvoudig, en het brengt ons eigenlijk terug tot de oertijd van de fotografie, toen je een belichting nodig had van meerdere minuten. Hier heb je ook meerdere minuten nodig om één foto te nemen.
Het matglas heb je altijd nodig, want anders kan je niet je compositie maken en scherpstellen. Je draait aan instelringen om de wolkenkrabbers recht te trekken en dan vervang je het matglas door de gevoelige plaat. Er wordt meestal gewerkt met een relatief kleine lensopening, maar het nadeel is wel dat je een lange sluitertijd nodig hebt. Geen nood, want je hebt toch altijd een statief nodig om de compositie vast te houden bij het verwijderen van het matglas!
Technische camera's laten ook toe aan de 'voorwaarde van Scheimpflug' te voldoen, zie summiere uitleg onderaan (Theodoor is zijn voornaam).
Een alternatief voor de technische camera's zijn speciale "tilt-and-shift" lenzen, zoals de Canon TS-E 45mm /2.8. Bij Nikon heten dergelijke lenzen "Perspective Control" (PC). Het voordeel is dat je je normale reflextoestel kan blijven gebruiken, met (bijna) al zijn mogelijkheden. De lens heeft wel een vaste brandpuntsafstand. De lens is te bekomen in 24, 45 en 90 mm en daarmee moet je het stellen vooral de TS-E 24mm /3.5L is een uitstekende (maar helaas ook buitengewoon dure) lens. Het is vooral bij deze kleine brandpuntsafstanden dat de perspectiefvervormingen het meest opvallen. Deze lenzen worden specifiek gebruikt voor het fotografeten van gebouwen en landschappen. Scherpstelling is manueel: echt een toestel voor de technici.
De tele-lens is ideaal bij macro-fotografie (ter vervanging van de bekende 100mm macro), waarbij er scherpgesteld kan worden op het volledig onderwerp als je het principe van Scheimpflug toepast. De 45mm geeft een beeld dat het best overeenkomt met wat wij zien, en de breedhoeklens wordt gebruikt bij top-of-the-bill binnenhuisfotografie.
In principe komt een technische camera dus overeen met een toestel waarvan je het lenzensysteem kan kantelen en verschuiven ten opzichte van de sensorplaat. Verwar een technische camera niet met een medium-formaat camera: dit is een camera met een groter dan normale (24 * 36mm) gevoelige oppervlakte. Vooral het 6 × 6cm formaat wordt tegenwoordig nog gebruikt. Niet alle medium formaat camera's hebben een tilt-and-shift instelling, en de meeste tilt-en-shift lenzen zijn gemaakt voor spiegelreflex fototoestellen.
Bij een dergelijk hoge resolutie valt de kleinste onscherpte direct op. Je kan natuurlijk een kleinere opening gebruiken en daardoor de scherptediepte vergroten, maar vanaf een bepaald punt boek je geen winst meer door het verkleinen van de opening, integendeel! Daarbij komt nog dat bij dergelijke high end toestellen de verstrooingscirkel uitermate klein is, waardoor de scherptediepte nooit voldoende groot zal worden. In ieder geval niet groot genoeg om zowel de voet van een torenflat als het dak scherp te krijgen.
Door de achterwand zodanig te kantelen dat de verlengde van beeldvlak, objectvlak en lensvlak op één lijn samenkomen is het volledig beeld wel scherp. Technische camera's en Tilt-en-Shift lenzen maken het mogelijk de lensunit te kantelen ten opzichte van de sensorplaat (body).
Indien men niet over een technische camera beschikte, kon men vroeger de perspectiefvervorming verminderen door het negatief schuin te monteren in de vergroter (bij de ontwikkeling). Tegenwoordig is de perspectiefvervorming verminderen een standaard-handeling in Photoshop. Daarmee kan men echter niet een eventueel verlies aan scherpte in de uitersten onderdrukken (wat bij technische camera's wel kan).
-