Cinema


Fotografie » TechTalk » Film » Bioscoop

Op deze pagina informatie over de bioscoopfilms: de verschillende formaten (zowel amateur als professioneel), hoe men kleur gerealiseerd heeft (in een tijd dat de emulsies nog monochroom waren).

Cinema formaten

Polavision
Het Polavision systeem van Polaroid was een instant-bioscoopformaat gebaseerd op 8mm film, maar de beeldkwaliteit vas niet goed en de film kon enkel op een klein scherm bekeken worden. Het was geen succes, maar het systeem was wel de aanzet om een systeem te ontwikkelen voor instant 35mm film (fotografie).

Bioscoopfilm in kleur (indexpagina)
Hoe kan men kleur weergeven, terwijl de emulsies nog monochroom waren? Alle historische procédés komen aan bod, maar ook de huidige systemen. De eerste kleursystemen waren bipacksystemen waarbij men twee films met een verschillende spectrale gevoeligheid gebruikte. Ook het bekende Technicolor systeem was oorspronkelijk een bipack systeem.

Dit is een lijst avn alle kleursystemen die ooit gebruikt werden (fotografie en cinema).

Het Technicolor systeem dat zijn gelijke niet kent in de fotografie wordt apart besproken.

Geluid op de film (met een korte bespreking van het Sensurround systeem) en stereo/surround (indexpagina)
De film krijgt snel een geluidsspoor en vanaf de jaren 1950 is zelfs stereo mogelijk. Maar men gebruikt niet dezelfde stereo als thuis, maar een meerkanaals systeem.

Perspecta Stereophonic Sound
Vooralleer de produktiehuizen met stereo geluid (en meerkanaals geluid) op de markt kwamen hebben ze gewerkt men een eenvoudiger systeem dat een bijna-stereo geluid produceerde.

De eerste camcorders
De televisiecamera's gebruiken drie opnamebuizen om kleurbeelden op te nemen. Voor de amateurmarkt zijn camera's met drie buizen te duur en complex, men moet een systeem vinden om kleur te kunnen opnemen met één enkele opnamebuis.

Vroeger gebruikte men vaak optisch geluid (goedkoper, omdat die samen met het beeld opgenomen kon worden), dan is men overgestapt op magnetisch geluid dat een betere audiokwaliteit mogelijk maakt. Het geluid wordt doorgaans samen met het beeld opgenomen (één spoel), maar bij internationale versies zit het geluid soms op een aparte spoel. Men gebruikt hier 35mm perfotape die synchroon met de projector loopt. Digitaal optisch geluid (op de tape zelf) werd ook regelmatig toegepast, maar er waren verschillende formaten.

Tegenwoordig (sinds 2005 ongeveer) werkt men enkel nog met digitale opnames die geleverd worden onder de vorm van een gecodeerde harde schijf.

Zoals men een 16mm projector had om een documentaire te vertonen voor de speelfilm, zo heeft men nu een 35mm projector in reserve als er nog een ouderwetse film vertoont moet worden.

Cinema en televisie

De eerste televisiecamera's waren heel complex, moeilijk in te stellen en konden enkel in een felverlichte studio gebruikt worden. Buitenopnames werden op film opgenomen en later gescand met een flying spot scanner die gebruikt maakte van een eenvoudige fotocel. Het systeem werd zodanig geperfectioneerd dan men de opgenomen film direct na belichting kon ontwikkelen en scannen: er was een vetraging van één minuut. Meer informatie over dit systeem is te vinden op de pagina intermediate film system. Het is dankzij het intermediate film system dat men nog televisieopnames heeft van bepaalde voor-oorlogse evenementen (de olympische spelen in Berlin in 1936, bijvoorbeeld).

Tot in de jaren 1970 gebruikte men 16mm film als er reportages buiten de studio gemaakt werden. De eerste films waren zwart-wit, maar vanaf het einde van de jaren 1960 begon men ook met kleurenfilm te werken en er bestonden machines om de film in een paar minuten te ontwikkelen. De films werden dan naar de studio gebracht om vertoond te worden tijdens de nieuwsuitzending.

Rechts een ontwikkelmachine die gebruikt werd door ENG ploegen avant-la-lettre. De ontwikkelde film kon natuurlijk niet ter plaatse uitgezonden worden, maar moest naar de studio gebracht worden. Testen om de beelden via een telefoonlijn te versturen liepen op niets uit met de technologie uit die tijd (300 baud). Om een televisielijn te versturen via de telefoon had je bijna 2 seconden nodig, en een beeld had 525 (bruikbare) lijnen. Je had dus 15 minuten nodig per beeld dat je wou versturen.

Formaten en toestellen


Het 9.5mm filmformaat werd gekenmerkt door perforaties tussen de beelden en een inkeping om de film gedurende 10 seconden te stoppen

Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren

-