Fotografie » TechTalk » Film » Cinema » Stereo » Digitale systemen
Zoals overal schakelt men op digitale systemen, waardoor er geen verliezen zijn bij de copie van een film. Later zal ook de volledige film (beeld) digitaal worden een aangeleverd worden op een harde schijf in de bioscoop.
Deze pagina is een vervolg op de analoge systemen (Dolby Surround). Deze systemen worden gekenmerkt door samengevoegde kanalen; zodat het signaal compatibel is met stereo installaties (huiskamergebruik). De kanaalscheiding is daardoor niet optimaal en kan soms storende effekten veroorzaken.
Bij Dolby Digital zijn de kanalen onafhankelijk, maar ze zijn ook volkomen gelijk: dit merkt men aan de luidsprekers die volledig identiek moeten zijn voor alle kanalen, terwijl dit niet het geval moest zijn bij Dolby Surround.
Afbeelding rechts:
De geluidssporen van een moderne bioscoopfilm:
- SDDS Sony Dynamic Digital Sound
- Dolby Digital
- Dolby Surround of stereo
- DTS (Digital Theatre System)
Afbeelding rechts:
Dit stukje film bevat de meest voorkomende geluidssporen, van links naar rechts:
- De Sony SDDS kode (Sony Dynamic Digital Sound) die 8 audiokanalen toelaat. De databits werden met een groene laser gegraveerd, vandaar de naam "green lantern" van het systeem voordat die op de markt gebracht werd. De bits hadden een afmeting van 8µm, gebracht naar 24µm na praktijktesten. De 8 audiosporen kunnen nodig zijn bij extreem breedbeeld (Cinerama en Cinemiracle), maar worden niet vaak in de praktijk gebruikt wegens de speciale audio mengtafels die nodig zijn. Dit systeem is het laatste digitaal systeem dat op de markt gebracht werd en kon enkel doorbreken omdat Sony een keten van cinemazalen en opnamestudio's bezat. De SDDS kode zit aan beide kanten van de film (tweemaal dezelfde kode om beschadigingen van de film emulsie te kunnen opvangen). Het is een gecomprimeerde kode om 8 audiokanalen te kunnen opnemen.
- De Dolby Digital kode voorziet 5.1 audio kanalen (5 normale audiokanalen en een subwoofer). De kode is tussen de perforaties geplaatst en men kan het Dolby logo zien in het midden van de kode. Omdat de filmexploitanten al ervaring hadden met Dolby Surround hebben ze de voorkeur gegeven aan dit systeem. Dit is de meest gebruikte kode, want het brevet verliep in maart 2017, waardoor bedrijven geen licentie meer moesten betalen. Computers met een DVD spelers werden dan uitgerust met een sound card die de kode kon lezen.
- Het stereo analoog spoor (soms Dolby Surround gekodeerd), die al gebruikt werd aan het begin van de films met geluid (toen in een mono versie). Het is een kode met een vaste densiteit (en veranderlijke spoorbreedte), de kode met variabele densiteit verdween redelijk snel. Hoewel het optisch spoor minder goeden eigenschappen heeft dan een magnetisch spoor (op een aparte perfotape) wordt dit systeem nog altijd gebruikt omdat alle projectoren het oiptsich spoor kunnen lezen.
Als er een drop out is ten gevolge van de filmbeschadiging (krassen, maar ook filmbreuk en plakwerk) dan schakelt de projector ogenblikkelijk naar het analoog geluid. Dit is heel goed mogelijk, want de positie van het analoog geluid is verschillend van de positie van het digitaal geluid. Als er geen digitaal geluid meer gedecodeerd kan worden, dan is het analoog signaal nog altijd beschikbaar.
Het DTS (Digital Theatre System) gebruikt een aparte drager voor het geluid (DVD) en een synchronisatiespoor op de emulsie. Zo kan men gemakkelijk van audiospoor wisselen als de film in een andere taal weergegeven moet worden. De externe drager is ook veel robuster en er zijn normaal geen problemen met de weergave. De film bevat enkel een tijdkode.
|
Digitaal geluid
Het beeld bevat ook een cue mark of changeover cue (teken dat er van spoel vervangen moet worden), dit is een zwarte stip boven rechts. Omdat de film anamorfisch opgenomen wordt, wordt de ronde vorm een ellips bij de projectie.
Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren
|