Stereo is geen oplossing in bioscoopzalen omdat de zalen te breed zijn, er zit een "gat" in het midden.
Dolby komt op de proppen met een ruisonderdrukkingssysteem én een systeem om 4 kanalen op te nemen op twee sporen. Het systeem is daarbij volkomen compatibel met de mono-installaties en de weinige stereo installaties, wat een snelle aanvaarding van het systeem heeft veroorzaakt: alle films werden in Dolby surround opgenomen, en de bioscoopzalen konden zich aanpassen of niet.
Het systeem heette oorspronkelijk Dolby SVA (Stereo variable Area), dus stereo opname met variabele spoorbreedte en is gebaseerd op het feit dat de bezoekers vooral aandacht schenken aan het beeld.
Het systeem gebruikt een matrix om de 4 kanalen op te nemen op 2 optische sporen:
Om dit fenomeen tegen te gaan zal men de versterkers die het sterkste signaal krijgen ook meer uitsturen: links of rechts, of center en effekten. De stereoscheiding wordt daardoor niet beter, maar gecombineerd met het beeld geeft dit wel een aanvaardbaar effekt. Geluidsbronnen kunnen links of rechts geplaatst worden door de amplitudeverschillen.
Om een correcte weergave te garanderen gebeurt het mengen in een auditorium waar het geluid door een Dolby multiplexer en demultiplexer gestuurd wordt. Zo kunnen de geluidstechnici het geluid horen zoals die effektief weergegeven zal worden in de bioscoopzaal en mogelijke problemen opsporen (geluid dat van links naar rechts zwabbert als beide kanalen nagenoeg even sterk opgenomen worden).
Het Dolby Surroud is geen hifi systeem en kan niet gebruikt worden voor klassieke concerten. De effekten die ontstaan zijn minder storend bij rock concerten.
Naast de 4 kanalen die de Dolby decoder levert kan men een 5e kanaal bijvoegen bij de weergave. Dit kanaal bevat enkel de lage tonen en kan weergegeven worden door een woofer waarvan de plaatsing in de zaal niet al te kritisch is.
Dit systeem was uiterst succesvol omdat het volkomen compatibel was met alle weergave-apparaten: de producent hoefde slechts de film in Dolby Surround uit te geven.
Versterkers voor huiselijk gebruikt krijgen de indicatie "Dolby Surround". Het is ondertussen mogelijk de complete decodering (zoals die in cinemazalen gebruikt wordt) ook te voorzien in consumer versterkers, die krijgen dan de benaming "Dolby Pro Logic".
Bij Dolby Surround decoders is er enkel de matrix en de ruisonderdrukking aanwezig. Bij Dolby Pro Logic komt er ook de schakelelectronica bij om bepaalde kanalen meer te versterken. Er is een hele schakeling nodig om ervoor te zorgen dat het effekt zo natuurlijk mogelijk klinkt.
Het blijft echter nog altijd een analoog systeem gebaseerd op twee tracks en men kan horen dat er iets niet klopt als men goed luistert. Dit merkt men snel als men het geluid vergelijkt met Dolby Digital, die een digitale kodering gebruikt, maar ook met volledig onafhankelijke kanalen werkt.
Bij Dolby Digital zijn de kanalen onafhankelijk, maar ze zijn ook volkomen gelijk: dit merkt men aan de luidsprekers die volledig identiek moeten zijn voor alle kanalen, terwijl dit niet het geval moest zijn bij Dolby Surround.
De thuisbioscoop systemen (surround) worden besproken op het website deel electro-toestellen. Dit is een meer technische bespreking.
De digitale systemen worden op een volgende pagina besproken.
-