Het klassieke fotoformaat 135 (negatieven van 24 × 36mm) werd nooit door de professionelen aangezien als een degelijk formaat. Het 135 formaat was enkel goed voor sportfotografie vanwege het feit dat deze toestellen (reflexcamera's) heel snel konden werken. Echte professionelen bleven het middenformaat trouw.
Het 620 formaat is dubbel zo lang (144 cm, wat eigenlijk toch niet zo lang is) en gebruikt geen backing-papier. Deze film kan dus niet zomaar in de originele toestellen gebruikt worden (de rode opening waardoor je de nummers op de backing paper kan zien zou de film belichten). De afwezigheid van backing paper betekent ook dat de afstand van de gevoelige oppervlakte tot de film verschillend is. Recentere fototoestellen kunnen werken met beide filmtypes.
Het rolfilm 120-formaat wordt nog steeds geproduceerd.
De foto's op middenformaat hebben geen vaste afmetingen: die worden bepaald door het fototoestel. Het meest voorkomend formaat geeft vierkantige beelden:
Er bestaan nog bredere formaten, maar die gebruiken lenzen die gemaakt zijn voor het grootformaat.
Ter vergelijking zijn ook de afmetingen van de amateur-formaten vermeld:
De Pentax 645Z is het digitaal equivalent van de Pentax 645N |
---|
Het toestel heeft autofocus (indien autofocus lenzen gebruikt worden de meeste lenzen zijn AF). Het toestel heeft een data imprinting (registratie van alle parameters van de foto op de film tussen twee opnames). Belichtingsmodi zijn sluitertijd-voorkeur, opening-voorkeur, manueel en program, waarbij de keuze van de modus heel slim bedacht is.
De automatische scherpstelling is ofwel continu, afwel single shot. Bij manuele lenzen kan men kiezen voor focus confirmation (biep bij het bereiken van de maximale scherpte).
De film wordt vooraf klaargemaakt in cassettes, die dan snel gewisseld kunnen worden. In tegenstelling met de meeste toestellen beweegt de film vertikaal, dankzij deze ingreep bekomt men een uitsnede in landscape formaat met een 645 formaat. Bij de ontwikkeling bekomt met beelden die onder elkaar staan in plaats van naast elkaar.
De lenzen zijn verwisselbaar en van hoge kwaliteit. Het is ook mogelijk de lenzen van de Pentax 67 te gebruiken met een adapter (dit toestel maakt grotere beelden).
Aantal foto's per film (120) naargelang de afmeting van het negatief | |
---|---|
6×6 | 12 |
6×7 | 10 |
6×8 | 9 |
6×9 | 8 |
6×12 | 6 |
Het formaat kende een revival in de jaren 1960 want het formaat kon voor dia's gebruikt worden. De dia's werden bekeken in projectoren geschikt voor het 135 formaat (kleinbeeld). Door de grotere oppervlakte waren de foto's helderder en scherper en het formaat werd superslides in bepaalde landen genoemd. Er is nog een beperkte productie van dit formaat. Ontwikkeling moet in een eigen labo gebeuren.
Tegenwoordig bestaan er digitale fototoestellen die een sensor hebben die groter is dan die van een kleinbeeld (24×36mm). Deze digitale fototoestellen worden vanwege de prijs vooral gebruikt voor professionele toepassingen.
De bekende Velvia positieffilm was een referentie en was beschikbaar in verschillende formaten (zowel kleinbeeld als mediumformaat). Tegenwoordig ziet men overal nep-prentjes met de indikatie ”RVP“ (Reversal Velvia Professional), vaak als kader rond een belabberde foto, terwijl juist deze film door de beroepsfotografen gebruikt werd. De vierkantige uitsnede hangt af van het gebruikte fototoestel.
De tekst over grootformaat film is naar een nieuwe pagina verplaatst.
De amateur-filmformaten vergeleken met het middenformaat
Het 127 formaat tussen het 135 en het 120 formaat
-