De instant-fotografie zit opnieuw in de lift ondanks de relatief hoge kostprijs per foto.
Het scheikundig procédé van instantfotografie wordt hier besproken.
Een scheikundig procédé is in staat snel foto's af te leveren, terwijl de apparatuur klein en eenvoudig kan blijven. Alles gebeurt in de filmemulsie. Er is geen sensor, en kan dus ook geen foto op geheugenkaart gezet worden.
Op dit ogenblik zijn er twee fabrikanten die instant film op de markt brengen:
De foto's van alle systemen hebben nagenoeg dezelfde vorm, met een onbelichte strook aan één kant. Hieronder zit het reagent in een afgesloten ruimte. Deze kant komt als eerste uit het toestel.
Het systeem bestaat uit een analoog fototoestel (zonder sensor). De afdrukken worden direct gemaakt op fotogevoelig papier (10 vellen per pack). De gevoeligheid bedraagt 800ISO, wat voldoende is voor de meeste toepassingen. De opening wordt zeer klein gemaakt bij buitenfotografie.
Zoals bij alle instant-film systemen is de foto kleiner dan het toestel en er kunnen geen copiën gemaakt worden.
Dit fotopapier kan enkel gebruikt worden op de toestellen van de Fuji Instax Mini gamma en Leica Sofort. Ieder vel heeft een afmeting van 86 × 54mm waarvan 62 × 46mm belicht worden. Het zijn dus afdrukken die de grootte hebben van een visitekaart. De foto's blijven mechanisch gevoelig en zullen onherroepelijk beschadigd worden als ze in een portefeuille bewaard worden.
Er zijn verschillende toestellen in het gamma van Fuji, van de meest eenvoudige tot eerder complexe toestellen. Eenvoudige toestellen hebben geen enkele instelling, enkel een aanduider voor de belichting en een manuele iris-instelling. De meeste toestellen hebben een flitser die nodig is voor binnen-fotografie (om de witbalans recht te trekken) en bij tegenlicht. De flitser werkt bij iedere foto en kan niet uitgeschakeld worden op de basistoestellen. De meer complexe toestellen laten een dubbele belichting toe, een eigenschap die altijd geassocieerd wordt met filmtoestellen. De Leica Sofort daartegenover bestaat maar in één uitvoering.
De Leica Sofort is een (duur) alternatief op de Instax mini. Beide toestellen zijn compatibel met elkaar, papier van het ene merk kan op het ander toestel gebruikt worden.
Polaroid raakte er weer bovenop en bleef belangrijk in de jaren 1980-1990: er was gewoon geen alternatief voor instantfotografie. Het bedrijf is echter failliet gegaan in 2001: het waren de beginjaren van de digitale fotografie en plots wou niemand nog werken met dure films.
Polaroid film wordt belicht en bekeken aan dezelfde kant, daarom moet het toestel uitgerust worden met een spiegel om het beeld opnieuw om te keren, maar het principe van de instant ontwikkeling (dye migration) is hetzelfde.
De produktie werd in 2008 stilgelegd, maar een aantal werknemers hebben de laatste fabriek opgekocht en de produktie opnieuw opgestart. De kwaliteit van de eerste films van The Impossible Project was heel slecht maar verbeterde gaandeweg. De films waren ook bijzonder duur.
In 2017 heeft The Impossible Project de naam Polaroid opgekocht en gebruikt dus opnieuw de naam Polaroid voor zijn produkten, die nu verdeeld worden onder de naam Polaroid Originals. Er wordt ook een nieuw fototoestel gelanceerd. Polaroid maakt ook vellen die gebruikt worden in grootformaat fototoestellen.
Sommige toestellen geven een belichting die meer constant is.
De afdrukken met het zink-systeem zijn goedkoper en je hebt natuurlijk de mogelijkheid om de foto's te selecteren voor je ze uitprint.
Zink is ook door Polaroid ontwikkeld.
-