De instant-fotografie zit opnieuw in de lift. Het is nog steeds een scheikundig procédé gebaseerd op het Polaroid-systeem van Edwin Land.
Een scheikundig procédé is in staat snel foto's af te leveren, terwijl de apparatuur klein en eenvoudig kan blijven. Alles gebeurt in de filmemulsie. Er is geen sensor, en kan dus ook geen foto op geheugenkaart gezet worden.
Foto boven: prototype van het fototoestel van Edwin Land, een uitvinder die zich gespecialiseerd had in polarisatiefilters die tijdens de tweede wereldoorlog gebruikt werden voor het maken van stereofoto's (luchtfotografie).
Als zijn dochter hem in 1944 vraagt waarom een fototoestel niet ogenblikkelijk een foto kan maken zoekt hij naar een oplossing voor dit probleem.
Een eerste toestel wordt in 1948 gelanceerd en wordt een duchtig concurrent voor de Brownie Box van Kodak, een fototoestel dat toen heel populair was. De gebruikers moesten het toestel terug opsturen naar de fabriek, waar de film vervangen werd en de foto's ontwikkeld.
Er is niet zoveel verschil tussen de ontwikkeling van negatieffilm en instantfilm: in beide gevallen worden de belichte zilverzouten omgezet in zilver. Ook het foggen voor het bekomen van een positief beeld is een normale handeling in het fotolabo. Edwin Land heeft echter al deze individuele handelingen samengevoegd, waarbij de opeenvolgende reakties in de twee vellen gebeurt. De reakties worden gestart als de film uit het toestel gehaald wordt en de reagenten tussen de twee vellen uitgesmeerd worden.
Toen Edwin Land zijn brevet neerlegde toonde hij verschillende systemen om de reagenten op te slaan en te verspreiden over de filmoppervlakte. Eerst wou hij kleine reservoirs gebruiken die verdeeld waren over de ganse oppervlakte. Als de film tussen de rollers gehaald wordt, worden de reservoirs leeggeperst. Je ziet zelfs een systeem om de reagenten op te vangen in kleine reservoirs door de film door een bad te voeren. Dit systeem zal nooit effektief gebruikt worden (luchtbelletjes zouden het vullen van de reservoirs onmogelijk maken). Maar het systeem waarbij de twee vellen gescheiden worden zal wel gebruikt worden.
Instantfilm is noodzakelijk duur vanwege de complexe samenstelling. Een Polaroid fototoestel was in de jaren 1980 een kerstgeschenk dat vaak aan jongvolwassen gegeven werd, maar het toestel verdween vaak in een kast na het gebruiken van de meegeleverde film. Naar huidige maatstaven kostte een foto toen 30€.
De Polaroid SX-70 film is integraalfilm en er zit een batterij in de pack die stroom levert aan de electronica, de flitser en de motoren (Polapulse batterij). De batterij is gebaseerd op de zink-koolstof technologie met een electroliet van zink chloride die een hogere stroom toelaat. De batterij levert 200mAh onder 6V (ontlaadstroom 200mA). De batterij kan kortstondig een stroom van 10A leveren omdat de contactoppervlakte zeer groot is (vellen ter grootte van de foto), maar de capaciteit is beperkt omdat er weinig aktieve middelen zijn. Er werden in de tijd zelfs radios gemaakt die met deze batterij gevoed kon worden, want na gebruik in het fototoestel was de batterij meestal nog niet uitgeput.
De film wordt aan dezelfde kant belicht en bekeken. De opeenvolgende lagen zijn:
Bij de belichting krijgen de gevoelige laag licht, die eventueel gefilterd wordt. De blauw-gevoelige laag is orthochromatisch en reageert enkel op bluw licht (deze laag heeft geen filter).
De groen-gevoelige laag is niet gevoelig voor het rood: een geelfilter is voldoende. De rood-gevoelige laag is gevoelig voor alle kleuren, deie dus gefilterd moeten worden.
Bij de ontwikkeling die direct na de belichting gebeurt met het reageermiddel tussen de lagen uitgespreid. De verschillende lagen zijn zeer dun en de diffusie is nagenoeg ogenblikkelijk.
De beschermlaag wordt ondoorzichtig bij contact met de base om zo de lagen te beschermen tijdens de ontwikkeling (de lagen zijn nog lichtgevoelig en de ontwikkeling gebeurt buiten het toestel).
De gevoelige lagen worden ontwikkeld. De afbraakprodukten binden zich aan de pigmenten van de ondergelegen laag. Indien er geen belichting is geweest op een bepaalde plek, dan is er ook geen ontwikkeling en de pigmenten worden niet gebonden.
De niet-gebonden pigmenten migreren naar de positieve laag.
Na een minuut lost de timinglaag op waarbij het zuur kan reageren met de base om die te neutraliseren. De beschermlaag wordt weer doorzichtig en er gebeuren geen reakties meer.
Nadat de film belicht wordt, gaat de foto tussen twee rollers die een reservoir aan de kant van de foto samendrukken. De reagenten worden tussen de twee lagen uitgesmeerd en de reakties beginnen. Het ontwikkelen gebeurt buiten het toestel, maar in het begin is de film nog lichtgevoelig. Om invloeden van buitenuit te vermijden wordt één van de lagen ondoorzichtig direct na dat de basische reagenten uitgesmeerd worden. Na een minuut komt er een zuur vrij om de reakties stop te zetten. Het zuur maakt de ondoorzichtige laag opnieuw doorzichtig. Als je de afdruk langzaam ziet verschijnen, is het in feite de ondoorzichtige laag die verdwijnt, want de foto wordt al in de eerste seconden na de belichting ontwikkeld.
De eerste films van the Impossible Project hadden geen automatische filterlaag en moesten tegen het licht beschermd worden gedurende de eerste minuut na de foto. De nieuwe films (Polaroid Originals) hebben dit nadeel niet meer.
Bij alle emulsies van alle fabrikanten blijft de film nog drukkevoelig, men kan de pigmenten wegdrukken door op de film te drukken met een scherp voorwerp (nagel). Na een paar uur is het water door het papier verdampt en wordt de film stabiel.
Een foto bestaat uit twee gescheiden vellen (zie grote afbeelding onderaan deze pagina een onderste velletje (cover sheet) en een bovenste velletje waarin de reakties plaatsvinden (active sheet). De foto wordt van onder belicht (expose) en na ontwikkeling van boven bekeken (view). Dit doet mij echt denken aan het Autochrome systeem van de gebroeders Lumière! Het onderste velletje is een transparent plastiek en speelt geen rol tijdens de ontwikkeling.
Dit is integraalfilm, dat wilt zeggen dat de foto één geheel vormt, met de ontwikelvloeistof in een klein reservoir in iedere foto. Er moet geen bovenlaag afgepeeld worden na de ontwikkeling.
Het reagent zit in een afgesloten buisje aan één kant van de foto (de kant die eerst onder de rollers passert). Na het belichten wordt de foto uit het toestel geworpen, en passert hierbij twee rollers die het buisje met het reagent plet en de aktieve stoffen uitspreidt tussen de twee velletjes. De ontwikkeling kan beginnen in de bovenste lagen.
Het bovenste velletje bestaat uit lichtgevoelige lagen voor de primaire kleuren (rood, groen en blauw) en bijhorende kleurstoflagen (cyan, magenta en geel). Het zijn dezelfde primaire kleuren van het additief kleursysteem en de fundamentele kleuren van het subtractief kleursysteem.
Tussen de gevoelige lagen zijn er kleurfilters: alle lagen zijn gevoelig voor blauw licht, maar de blauwe laag is enkel blauw-gevoelig. Daarom dat blauw licht gefilterd wordt in de laag die op de blauw-gevoelige laag volgt (geel filter).
Bij de belichting worden de gevoelige lagen geactiveerd en tijdens de ontwikkeling zal het zilver zich binden aan de complementaire kleurstoffen en ze onoplosbaar maken, zodat ze niet kunnen migreren. Na de ontwikkeling zijn alle kleurstoffen van een niet-belichte plek naar de bovenlaag getrokken (dye migration), zodat er op die plaats zwart ontstaat (cyan + magenta + geel = zwart). Een plek die door wit licht belicht is geweest laat geen kleurstoffen los, zodat de bovenlaag wit blijft op die plaats.
Onder de bovenlaag die de kleurstoffen absorbeert (positieve laag) is er een reflekterende laag zodat de onderliggende lagen (die donker zijn) niet zichtbaar zijn.
De reakties gebeuren in een alkalisch milieu, maar na een bepaalde tijd moeten de reakties onderbroken worden om zo de stabiliteit van de kleurstoffen te garanderen. Het onderste velletje bevat een gebonden zuur, afgescheiden van de reaktiezone door een isolerende laag die lanzamerhand in de base oplost, zodat het zuur vrij kan komen na een bepaalde tijd. Daarmee wordt de base geneutraliseert en stoppen alle reakties.
De verschillende toestellen voor instant fotografie (Fuji Instax, Leica Sofort, Polaroid Originals,...) worden hier besproken.
Polaroid foto's (en eventueel ook Fuji foto's) kunnen overgebracht worden op papier, dit heet emulsion lift.
Er bestaat eveneens een systeem die niet scheikundig is, het Zink procédé of (Zero Ink). Het werd ook door Polaroid ontwikkeld, maar het is een gescheiden afdeling.
Werking instant fotografie (Fuji systeem)
-