Hier leg ik grafisch uit hoe film ontwikkeld wordt. Ik ga niet in de details treden (zeker niet bij kleurontwikkeling!), mijn bedoeling is je een idee te geven hoe de filmontwikkeling gebeurt. En je zal terloops leren dat positieffilm precies hetzelfde is als negatieffilm... enkel de ontwikkeling is verschillend. Men heeft het verkeerd als men spreekt over omkeerfilm (reversal film): het is niet de film die omgekeerd werkt, het is de ontwikkeling!
In een ontwikkelcentrale worden alle films aan elkaar gelijmd en lopen van het ene bad in het ander, aangedreven door tandwielen die in de filmperforaties grijpen. Daarom kan 126-film (Instamatic) niet samen met 135 film (kleinbeeld) ontwikkeld worden alhoewel beide dezelfde breedte hebben: de perforaties komen niet overeen. Bij de ontwikkeling van alle filmformaten worden dezelfde produkten gebruikt (het filmformaat speelt hier geen enkele rol); dezelfde oplossingen kunnen gebruikt worden voor alle kleurfilms en zwart-wit chromogene films.
De eerste films waren sterk orthochromatisch, ze waren hoofdzakelijk gevoelig voor blauw licht. Het gevolg was dat blauwe tinten veel te helder waren en rode tinten zwart weergegeven werden.
Door toevoeging van aktieve kleurpigmenten werd het mogelijk film gevoelig te maken voor alle kleuren. Panchromatische emulsies (even gevoelig voor alle kleuren) hadden eerst weinig succes: ze waren driemaal zo duur als orthochromatische films. Tegenwoordig is alle (zwart-wit) film panchromatisch.
Men bleef lange tijd isochromatische films gebruiken (gevoelig voor alle kleuren behalve rood). In die tijd werden de films namelijk door de fotografen zelf ontwikkeld, en de ongevoeligheid voor rood licht was maar een klein nadeel: de fotografen waren gelukkig dat ze de films onder rood licht konden ontwikkelen.
Om het opwikkelen van de film op een spiraal bestonden er verschillende (min for meer) handige apparaatjes.
Om afdrukken te maken op een groter formaat dan het origineel heeft men een vergroter nodig.
De ontwikkeling is de belangrijkste fase van de behandeling, daarom had iedere fotograaf zijn eigen ontwikkelaar recept.
De historische systemen zijn ook belangrijk: de moderne digitale fototoestellen zijn gebaseerd op een procédé dat meer dan honderd jaar oud is!
We leggen het verschil uit tussen positieve ontwikkeling (voor het maken van dia's) en negatieve ontwikkeling. Ook het maken van afdrukken komt aan bod.
De toestellen voor instant-fotografie komen hier aan bod: Polaroid, dan Impossible Project en nu Polaroid Originals aan één kant en Fuji Instax en Leica Sofort aan de andere kant.
De fotolaag van een of meerdere polaroid-foto's kunnen op papier overgebracht worden, dit heet emulsion lift. Het procédé is complexer voor Fuji en kan enkel gebeuren terwijl de foto nog aan het ontwikkelen is.
Ook cinemafilm en dia's konden binnen de minuut ontwikkeld worden. Het cinemasysteem was geen succes (het moest de concurrentie aangaan van de eerste camcorders), maar het systeem om snel diapositieven te maken werd wel een connercieel succes. Lees hier verder over het Polavision en het Polachrome systeem.
-