We bespreken hier de monochrome (zwart-wit) filmontwikkeling.
We beginnen met een klassieke ontwikkeling en stopbad. We bekomen opnieuw zilver kristallen (zwart=negatief beeld) en niet-belichte doorzichtige zilver-halide kristallen.
Bij een negatief ontwikkeling zouden we nu het beeld fixeren (einde behandeling).
De zilver-halide kristallen zijn natuurlijk nog steeds lichtgevoelig, en dit gaan we nu uitbuiten. Deze vormen nu het latent positief beeld.
Dit wordt ons positief beeld: op plaatsen waar er licht gevallen is, is het zilver weggespoeld (helder). Er blijft enkel zilver over (donker) op de plaatsen die bij de eerste belichting geen licht hebben gekregen.
Kenmerken van positief-ontwikkeling
De dubbele ontwikkeling werkt contrast-verhogend: de correcte belichting moet juister ingesteld worden op het fototoestel. Bij negatief kan men een over- of onderbelichte negatief corrigeren door langer of korter te belichten bij het maken van afdrukken. Positieven worden doorgaans op een scherm geprojecteerd en is er geen correctiemogelijkheid.
Men kan een verkeerde belichting van de volledige film compenseren bij de ontwikkeling, maar hier werkt men zonder vangnet (het is het origineel dat men probeert te corrigeren). De ontwikkeling werkt exponentieel: bij een verdubbeling van de ontwikkeltijd is het effekt 4× zo sterk.
Er wordt ook positieve ontwikkeling toegepast bij instant film: negatieve ontwikkeling, migratie van de niet-ontwikkelde zilverzouten en chemisch belichten van deze zouten om ze zichtbaar te maken.
De meeste soorten negatief film zijn geschikt voor positieve ontwikkeling, er zijn trouwens al lang geen films meer die specifiek gemaakt zijn voor positieve monochrome ontwikkeling. Men zal eerder gaan naar een film met een fijne korrel (ISO = 100). Men kan zelfs kleur diapositief film gebruiken (Ektachrome) en die monochroom ontwikkelen, waarbij men wel een vermindering van de densiteit bekomt. Er ontstaat natuurlijk geen kleurbeeld, enkel een monochroom beeld gevormd door het zilver. Diapositieven worden hier besproken.
Cross processing: ook bij kleurfilm en ontwikkeling kan men kiezen voor een positieve of negatieve ontwikkeling. De lagen zijn immers dezelfde bij positief of negatief kleurenfilm. Het zwart-wit beeld na ontwikkeling is dan redelijk normaal, maar de kleuren niet omdat de kleurstoffen aangepast zijn aan de positieve of negatieve ontwikkeling. Het ontwikkelen van negatieven met het E-6 procédé (voor dia's) of het ontwikkelen van di'as met het C-41 procédé heet cross processing. Voor normale afdrukken wordt dit echter nooit gedaan.
-