Het richtgetal van een flitser geeft een indicatie hoe sterk een flitser is. Deze indikatie wordt enkel gegeven bij opzetflitsers (reportage flitsers).
Het richtgetal geeft aan hoeveel licht een flitser kan produceren. Het is het produkt afstand * opening. De ingebouwde flitser van de meeste spiegelreflextoestellen hebben een richtgetal van 13 (de laatste spiegelreflextoestellen hebben een flitser met richtgetal 8). Ter vergelijking een kleine externe flitser heeft een richtgetal van 20.
Richtgetallen worden altijd gegeven voor een gevoeligheid van 100 ASA/ISO en een "normale" openingshoek. Een openingshoek wordt als normaal beschouwd als het de oppervlakte van een 50mm-lens volledig bestrijkt. Als de flitser een zoomfunktie heeft (de flitser zoomt met de lens), dan wordt het richtgetal vaak aangegeven voor de maximale telestand, want dan reikt de flitser verder. Echt correct is dat natuurlijk niet, maar zo bekom je hogere waarden.
Vroeger waren richtgetallen belangrijker dan nu, want ze werden gebruikt om het toestel in te stellen: onderwerp op 4m, dus opening van /4 gebruiken, onderwerp op 3m, dus opening van /5.6, enz. Met een beetje ervaring wist je welke opening je moest gebruiken (en je had toen geen feed back, want de filmsreook moest eerst nog ontwikkeld worden).
Een richtgetal wordt gegeven voor een "normale" situatie, dus waarbij de ruimte een deel van het licht weerkaatst (wit plafond). Als je in de open lucht fotografeert, dan is het bereik van de flitser ongeveer 30% minder. Dat was toen de ervaring en de feeling van de fotograaf. Nu kan de eerste de beste idioot op een knopje van een toestelleke van de mediamarkt drukken.
Een flitser die ik vaak gebruik heeft een richtgetal 22 (vol vermogen) en 8 (laag vermogen), dus 8 keer zwakker. Zowel opening als afstand zijn kwadratische waarden (met ofwel een opening half zo groot, ofwel een afstand dubbel zo lang valt er een kwart van het licht op de sensor).
Indien je twee flitsers met ongeveer hetzelfde vermogen zou gebruiken (flitser op het toestel en extra slave flitser), dan is het bereik niet tweemaal zo ver, maar slechts 1.41× zo ver (vierkantswortel 2).
Ik heb ook nog een flitser van Metz met een richtgetal van 40. Dit is een zeer hoge waarde. Gebruik je de flitser op zijn maximaal vermogen, dan zullen de foto's er "washed out" uitzien: achtergrond totaal zwart en voorkant bijna volledig wit omdat de omgevingslicht totaal onderdrukt wordt door de sterke flitser (witteverfexplosieverschijnsel). De foto is volledig "platgestreken" alle reliëf is verdwenen.
Het richtgetal zit vaak in de produktnummer: bijvoorbeeld een Speedlite 580 heeft een richtgetal van 58, en deze waarde wordt natuurlijk aangegeven met de flitser in tele-stand. Er zijn veel alternatieven op de Nikon en Canon flitsers: testen hebben uitgewezen dat de namaak flitsers evengoed presteren.
De drie foto's rechts geven een voorbeeld van flitsverlichting
Het richtgetal van een flitser kan nuttig zijn voor een fotograaf, maar het is een richtwaarde en geen absolute waarde zoals de energie die in de flitselko opgeslagen wordt en die in Joule of Watt-seconde uitgedrukt wordt. Het richtgetal hangt af van de openingshoek, van het gebruik van een diffusor op de flitser, enz. De meest gebruikte flitsers hebben een vermogen van ongeveer 30J, maar het richtgetal van de flitser gaat van 40 tot 60 naargelang de openingshoek van de lichtstraal. Een flitser met ingebouwde zoom reikt verder in tele-stand, en heeft dus een hoger richtgetal, maar het vermogen van de flitser is gelijk gebleven.
|
---|
Het vermogen van een studioflitser wordt uitgedrukt in Joule of watt-seconde (maar heeft verder geen praktische betekenis tijdens de fotoshoot). De correcte belichting wordt met een flitsmeter bepaald. Het richtgetal is geen lineaire waarde, het vermogen is dat wel.
Een setjes van twee flitsers van 150Ws is ruim voldoende om een klein groep mensen te fotograferen.
Brede zoom | Tele zoom | Slave flitser |
---|
-