Fotografie » TechTalk » Componenten en funkties » Sluiter » Centraalsluiters
SLR-toestellen (reflex) gebruiken een focal plane shutter, een sluiter die geplaatst is juist vòòr het gevoelig element (of de film), terwijl alle andere sluitersystemen (centraalsluiters) in het convergentiepunt (ergens tussen de lenzen) geplaatst worden. Centraalsluiters (diafragma- en bladsluiter) worden niet gebruikt op consumer-toestellen met verwisselbare lenzen. De reden is eenvoudig: anders had men een compleet sluitersysteem moeten inbouwen in ieder lens.
Bladsluiter
Een sluitersysteem dat vaak gebruikt werd begin vorige eeuw is de bladsluiter. Dit systeem was als laatst nog terug te vinden in wegwerptoestellen. Het bestaat uit een metalen plaat (1) met een scharnierpunt en een gaatje (2) in het midden. Bij het indrukken van de ontspanderknop wordt het plaatje snel bewogen door middel van een veer, zodat de film kortstondig belicht wordt. De blokjes (3) geven de eindpositie aan, waarbij geen licht doorgelaten wordt. De instelling van de sluitertijd is in theorie mogelijk door de veerspanning te wijzigen. Sommige toestellen hebben twee gaatjes met een verschillend diameter (zie afbeelding) zodat een verschillende opening gekozen kan worden door de plaat te verschuiven (stand "zonnig" (klein gat) en "betrokken" (groot gat)).
Bij duurdere toestellen was er naast de bladsluiter ook een echte diafragma (met lamellen) voor het instellen van de opening: mijn grootvader had een dergelijk toestel.
Packard sluiter
Een soort sluiter dat het vermelden waard is, hoewel hij bijna niet meer gebruikt wordt in zijn originele gedaante is de packard sluiter. Als je op een oude foto een fotograaf ziet met zo'n peer om de ontspanner te bedienen, dan heb je te maken met een packardsluiter want het is een pneumatisch systeem. Soms gebruikte men een soort spuit in plaats van een peer. De reden waarom ik dit systeen vermeld is dat het een vernuftig systeem is met drie lamellen die symmetrisch bewegen (daardoor heb je weinig bewegingsonscherpte ten gevolge van de trillingen van de camera). In die tijd werkte men met zeer lange sluitertijden en de sluiter bleef open zolang de peer ingedrukt werd.
Het principe van de sluiter met drie symmetrisch bewegende lamellen wordt nog toegepast in sommige diafragma sluiters, maar dan zonder het pneumatisch systeem. Een vereenvoudigd systeem gebruikt slechts 2 lamellen die in tegenovergestelde richting bewegen (zie voorbeeld rechts).
Diafragma sluiter
Bij de huidige (digitale) compact-fototoestellen wordt de funktie van diafragma en sluiter in één systeem gecombineerd: compact-toestellen hebben namelijk geen sluiter nodig, de sluitertijd wordt electronisch bepaald door de sensor aktief te maken. Doordat er geen sluiter is, kan je het beeld zien op een live preview schermpje. De sluiter dient enkel om de sensor te beschermen als het toestel niet in gebruik is. De "klik" die je hoort bij het inschakelen en uitschakelen van het fototoestel is het diafragma dat open en dicht gaat. Bij het nemen van een foto hoor je eveneens een lichtere klik: dat is het diafragma dat zich op de juiste waarde instelt.
Een diafragma sluiter werd vroeger gebruikt in de betere film compact-toestellen. De diafragma-sluiter haalt echter niet de nauwkeurigheid van een gordijn-sluiter en is beperkt tot een maximale snelheid van 1/500. De iris (diafragma) regelt hier zowel de opening als de sluitertijd.
Centraalsluiters hebben heelwat voordelen:
- Eenvoudigere construktie
- In vergelijking met een focal plane shutter is een centrale sluiter van het diafragma-type een eenvoudig systeem en wordt daarom toegepast in goedkopere toestellen. Bij extreem goedkope toestellen wordt er een bladsluiter gebruikt. Door de eenvoudige construktie is het geproduceerd geluid ook minder. Door de symmetrische constructie worden er minder trillingen geproduceerd (bewegingsonscherpte). Centrale sluiters zijn nagenoeg onverslijtbaar, terwijl een gordijnsluiter na bijvoorbeeld 100.000 akties vervangen moet worden.
Bij compact fototoestellen heeft de diafragma-sluiter een dubbele funktie: het regelen van de sluitertijd en de opening.
Omdat de centraalsluiter in het convergentiepunt geplaatst wordt, kan het ook kleiner uitgevoerd worden dan een focal plane shutter dat licht moet toelaten over de volledige gevoelige oppervlakte.
- Betere fotokwaliteit
- Je houdt het niet voor mogelijk, maar het goedkoper systeem levert ook de beste fotografische resultaten omdat het centraal is geplaatst. Professionele toestellen die met filmrollen (medium formaat) werken en negatieven van 6*6 cm produceren (zoals Hasselblad en nu de digitale Phase One) gebruiken daarom een centraalsluiter gemonteerd in de (verwisselbare) lens in plaats van een gordijnsluiter (gemonteerd in de body). Bij een dergelijk produkt is de meerprijs van ondergeschikt belang.
- Alle flitstijden toegestaan
- Omdat bij een centraalsluiter het volledig beeld in één keer belicht wordt, speelt het geen rol welke sluitertijd er gebruikt wordt bij het flitsen. Bij een focal plane shutter ben je beperkt tot relatief trage sluitertijden, wat wel eens problemen kan leveren bij fill-in flash (gebruik je een speciale en dure FP-flash dan kan je ook flitsen met een hoge sluitersnelheid).
Centrale sluiters hebben ook hun nadelen:
- Beperkte maximale sluitertijd
- Vanwege hun construktie kunnen centraalsluiters maximaal werken op 1/500, waardoor ze ongeschikt zijn voor sportfotografie. De sluitertijd is ook niet echt nauwkeurig en hangt af van externe invloeden (buitentemperatuur). Technische camera's voor heel specifieke toepassingen kunnen uitgerust worden met een bladsluiter dat snel beweegt. Mechanische sluitertijden van minder dan 1/10.000 zijn mogelijk.
- Centrale ligging
- Omdat centraalsluiters per definitie een kleinere opening hebben, moeten ze noodgedwongen geplaatst worden tussen de lenzen en niet tegen het gevoelig element, waardoor verwisselbare lenzen met ingebouwd sluitersysteem duurder zijn. Normale verwisselbare lenzen (voor reflextoestellen) hebben geen sluitersysteem.
De vorm die lichtbronnen aannemen als ze onscherp opgenomen worden komt overeen met die van het diafragma (out-of-focus highlights). Bij het toestel dat gebruik maakt van het diafragma rechts is dit een lelijke spleet. Dit toestel zal dan ook nooit een mooie bokeh bereiken; maar dat is ook minder belangrijk in deze toepassing: het toestel is een videocamera en geen fototoestel.
|
Bladsluiter, diafragma, packard
Dit is de diafragma/sluiter die in een videocamera gebruikt werd (reeks NV-MC10 tot NV-MS50 van Panasonic)
Wezenlijk is de werking van deze diafragma/sluiter niet verschillend van die van een compact fototoestel.
Hier ook dient de sluiter om de sensor te beschermen als het toestel uitgeschakeld is en om de hoeveelheid licht te regelen tijdens normaal bedrijf.
De “motor” is geen motor maar een electromagneet dat de lamellen open trekt.
Merk op de filter in het midden van het diafragma: dit dient om de werking bij veel licht (kleine openingen) te optimaliseren: een kleine beweging van de actuator veroorzaakt anders een te groot verschil in helderheid.
Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren
|