Smartphones gebruiken vaak HDR effekten (zonder het te vermelden) om de eigenschappen van de foto's te verbeteren.
Dit artikel is een vervolg op de HDR modus getest met een Canon 5D Mark III (2013).
Als je een gewone foto neemt, dan zal de Huawei P30 PRO het contrast van de foto's bijregelen. Ook de Samsung S23 Ultra doet dat, maar hier valt het minder op.
Het effekt is vooral aanwezig zijn nachtfotografie als de smarrphone een truc gebruikt om een lange sluitertijd te hebben (meer licht) zonder de nadelen ervan (bewegingsonscherpte). Door verschillende onderbelichte foto's te nemen en door ze uit te lijnen zoals ze precies over elkaar passen bekomt men een composietfoto die wel correct belicht is.
Maar de individuele foto's, als die samengevoegd worden hebben vaker een hogere dynamiek, want die wordt niet meer beperkt door de full well capacity", de maximale lichtintensiteit vooraleer een pixel in verzadiging gaat. De foto's met een verhoofde dynamiek kunnen niet zomaar opgeslagen worden in het JPEG formaat. Een ander formaat gebruiken is geen optie, want de foto moet op verschillende toestellen en systemen bekeken kunnen worden.
Men moet dus de dynamiek van het beeld verminderen, dus het contrast beperken. Maar als men het contrast beperkt, dan zullen kleine schakeringen en details niet meer zichtbaar zijn. De oplossing is het globaal contrast te verminderen, maar het lokaal contrast te verhogen. Een donker deel van het beeld zal wat helderder weergegeven worden zodat de details in de schaduwen zichtbaar blijven. Hetzelfde gebeurt met heldere delen van het beeld, zodat er geen punten ontstaan die "witter dan wit" zouden zijn.
De meeste smartphones gaan automatisch over op HDR of er is een funktie om HDR in te schakelen. De HDR funktie moet op de Canon ingeschakeld worden, en het toestel neemt dan drie opeenvolgende foto's: één normaal belicht (die als basis voor de composietfoto zal dienen), een onderbelichte foto (om de details in de heldere delen goed zichtbaar te maken) en een overbelichte foto (om de donkere delen beter te laten uitkomen).
Met de Canon kan je verschillende effekten selecteren, die min of meer aktief zijn naargelang de gevraagde stopsprong. De stopsprong kan ingesteld worden van 1 tot 3. Bij een grotere sprong zijn de drie foto's meer verschillend en is de dynamiek van de composietfoto groter. De correctie moet daarom ook sterker werken.
Dit zijn de beschikbare HDR modi. Om het effekt te zien op een foto overdag (en om meer uitleg over het systeem te hebben) zie de eerste HDR pagina.
| Normale foto | Foto zonder HDR maar met een relatief lange sluitertijd. Bij de HDR composietfoto zal dit beeld als basis gebruikt worden. |
|---|---|
| -3EV | Onderbelichte foto. Op plaatsen waar de hooglichten uitgebeten zijn op de normale foto zal het toestel beeldelementen uit deze foto halen. |
| +3EV | Overbelichte foto die beeldelementen uit donkere delen van het beeld beter zichtbaar maakt. Voor de overbelichte foto gekruikt het toestel een langere sluitertijd om de ISO-waarde niet te hoog te moeten zetten. |
| Natural | De composietfoto lijkt het meest op de werkelijkheid, met een contrastvermindering (en detailvermindering) om de afbeelding in het JPEG formaat te laten passen; DE foto is doorgaans flets. |
| Standard | Verhoging van het lokaal contrast zodat details beter zichtbaar zijn. Dit is de aangeraden modus voor de meeste foto's. |
| Vivid | Hier wordt ook de kleursaturatie verhoogd. Als men het lokaal contrast verhoogt (op het monochroom beeld) dan hebben we een relatieve vermindering van de kleursaturatie. Om de saturatie te laten meegaan met het contrast wordt het beeld kleurrijker gemaakt. |
| Bold | Sterke verhoging van het contrast en saturatie om een kunstmatig effekt te bekomen. |
| Emboss | We hebben enkel een verhoging van het lokaal contrast terwijl de andere beeldparameters gelijk blijven. Omdat het globaal contrast verminderd werd, is ook de saturatie minder. |
Als de ingestelde belichting een te heldere foto geeft, dan haalt het toestel gewoon meer beeldelementen uit de onderbelichte foto. Een verandering van de belichting van 1 stop is niet zichtbaar op de uiteindelijke composietfoto.