We vergelijken hier een aantal macrofoto's genomen met:
Bij de Sony moest de lens op 2cm van het onderwerp staan, waardoor ik het onderwerp onder een andere hoek heb moeten fotograferen. Wat opvalt is dat de Canon het onderwerp drie keer groter fotografeert, waardoor de details beter zichtbaar zijn.
De Sony heeft een redelijk gebied waarin alles scherp is; zelfs de struktuur van de metalen achtergrond is goed zichtbaar. Bij de Canon is slechts één van de twee koppen zichtbaar, en van de achtergrond is slechts een smalle strook scherp. Er werd scherpgesteld op de onderste kop.
De beperkte scherptediepte van de reflex fototoestellen is een kenmerkende eigenschap en maakt het noodzakelijk relatief kleine openingen te gebruiken indien men een grote scherptediepte wenst. Met de kleinere sensor van de compact fototoestellen (minstens 5× kleiner) is de scherptediepte in vergelijking veel groter geworden.
Bij de drie volgende foto's rechts (foto 3, 4 en 5) werd de opening verkleind (grotere f-waarden) en de gain (ISO) verhoogd om geen bewegingsonscherpte te bekomen. Er werd scherpgesteld op de bovenste kop. Een opening van /5.6 lijkt de beste waarde te zijn ("sweet spot") waarbij we het beste compromis hebben tussen scherptediepte en diffaktie. Vanaf /8 begint de diffraktie een rol te spelen en is het beeld in het algemeen niet meer zo scherp.
De meeste lenzen voor single lens reflextoestellen zijn niet geschikt voor macro-toepassingen. Je kan wel redelijk kleine objecten fotograferen zoals een bloem, maar niet de individuele stampers. Ik heb hier eens mijn kitlens op m'n fototoestel gedraaid (eerst stof verwijderd) en dit is het resultaat. Bij deze lens zit je met een minimale afstand tot het onderwerp van ongeveer 30 cm (met mijn EF 70-200 moet ik op meer dan 1 meter van het object staan!). Het is opvallend dat deze minimale scherpstelafstand constant blijft ongeacht de zoompositie. Om het maximaal effekt te bekomen gebruik je dan de uiterste tele-stand. De gevoeligheid van de lens is dan niet meer zo hoog (/5.6), maar de scherptediepte is hier aanvaardbaar. Dit optisch effekt geldt met alle lenzen: hoe dichter bij het onderwerp, hoe kleiner de scherptediepte en hoe groter de opening, hoe kleiner de scherptediepte.
Met de specifieke macro-lens kan je precies dezelfde beeld bekomen als hierboven (als je dezelfde parameters zoals afstand tot het onderwerp en opening hanteert), maar omgekeerd kan niet.
De foto's rechts zijn wel echt macro-opnames. Om te kunnen vergelijken werd op de foto 6 rechts een algemeen beeld getoont met een 1 eurocent op de achtergrond. De harde schijf is geen normale harde schijf, meer een kleiner exemplaat zoals je in laptops aantreft.
Als er een extender gebruikt wordt bekomt men extreme vergrotingen. De details van de microscopische kop zijn nu goed zichtbaar. Wat vooral opvalt is de extreem beperkte scherptediepte: zowel de voorkant als de achterkant van de kop zijn onscherp! Er loopt een scherpe strook dwars door de kop.
Je moet een extender kopen waarbij de electrische contacten doorgestuurd worden (dit is vooral nodig bij Canon). Een andere mogelijkheid is natuurlijk een manuele lens te gebruiken (met aperture ring): er bestaan bijvoorbeeld verloopringen van M42 mount naar EF mount. De volgorde is dus: lens met M42 mount, verloopring M42 naar EF, extender en dan body.
Als je een reflex zoekt specifiek voor macrofotografie, kies dan een toestel met een crop sensor, bijvoorbeeld de 7D in plaats van de 5D. Door de kleinere afmeting van de sensor bekom je een extra vergroting van 1.6× bij Canon.
(1) Sony: 1/160, /2, ISO 64, 2 cm tot object
Canon (ook volgende foto's):
(2) 1/100, /2.8, ISO 100, 15 cm tot object
-