De werking en het effekt van de focal plane sluiter
(de electromechanische sluiter bij een reflex) kan u hier lezen.
Nu had men heel vroeg ontdekt dat men een hogere beeldkwaliteit kon bekomen door geen electronische sluiter in de sensor in te bouwen (minder electronika = meer plaats voor de effektieve sensor), en enkel te werken met de mechanische sluiter. De frame transfer sensoren (de sensoren met de beste beeldkwaliteit) moeten gebruikt worden met een externe sluiter want de photosites blijven permanent aktief.
Een tweede voordeel is dat men heel gemakkelijk de ruis van ieder pixel kon aftrekken door een foto te nemen met gesloten sluiter. Een fototoestel dat een minimale kwaliteit wilt bieden moet minstens een mechanische sluitersysteem bevatten, al wordt het niet gebruikt voor het bepalen van de belichtingstijd.
Overigens was de bekende Canon 20D ook een tijdje leverbaar als Canon 20Da, speciaal gebouwd voor astrofotografie, waarbij live preview wèl mogelijk is (toestel kan dus werken zonder sluiter). Deze camera was ook uitgerust met een aangepast infra-rood-filter om meer infra-rood licht van hemellichamen door te laten. Zonder extra infra-rood filter is deze camera niet bruikbaar bij normaal licht. De optische low pass filter werd weggelaten om de maximale beeldscherpte te bekomen (hemellichamen dragen doorgaans geen hemden met een ruitjespatroon). Op dat ogenblik waren de optische low pass filters nog niet zo ver ontwikkeld dat ze een onscherpte van precies 2 pixels konden realiseren.
Dus in theorie is het wel mogelijk toestellen te bouwen die geen electromechanische sluiter nodig hebben: het is zelfs mogelijk bestaande toestellen aan te passen! Canon gebruikt CMOS sensoren, en die kunnen zonder sluiter werken. Het gebruik van een electromechanische sluiter heeft als gevolg dat de (aanwezige) electronische sluiter niet gebruikt hoeft te worden: minder warmteproduktie in de sensor tijdens een intensieve shooting, en dus ook minder ruis.
Bij een reflextoestel moet, vòòr dat de gordijnen in beweging komen, de spiegel omgeklapt worden om het licht door te laten tot de sensor (de zoeker krijgt op dit ogenblik geen licht), zie hiervoor de werking van een SLR-camera. Dit maakt de construktie wel heel ingewikkeld.
Dit is hetzelfde principe als bij compact digitale fototoestellen, namelijk de sensor zelf in- en uitschakelen. Bij spiegelreflexen wordt er nog een sluiter gebruikt, maar die heeft een veel lagere maximale snelheid, bijvoorbeeld 1/200. Bij lage sluitertijden wordt de belichtingstijd electromechanisch bepaald via de sluiter, bij hoge sluitertijd wordt de belichtingstijd enkel electronisch bepaald door de sensor slechts een korte tijd aktief te maken.
Deze werkwijze wordt bijvoorbeeld gebruikt in de goedkope Nikon D40. Omdat de mechanische sluiter minder snel moet werken, kan ie ook goedkoper gemaakt worden.
Compact-toestellen gebruiken altijd een electronische sluiter. Met een electronische sluiter kan je theoretisch een kortere sluitertijd bekomen dan met het mechanisch equivalent en je kan ook flitsen met een zeer korte sluitertijd (wat niet mogelijk is met een focal plane shutter zonder aangepaste flitser). Maar de nadelen van de electronische sluiter zijn hier nog meer zichtbaar door de beeldverwerking van de gebruikte (CCD) sensor: vertikale witte strepen op plaatsen waar er zeer heldere punten zijn en meer ruis, omdat de electronika voor het in- en uitschakelen van de sensor plaats inneemt en veel warmte produceert.
De lenzen focuseren het licht op de sensor, en de geconcentreerde warmtestralen van een gewone lamp kunnen de sensor na een paar seconden verbranden zou er geen sluiter voorzien zijn. Als technieker heb ik deze verbranding één keer meegemaakt met een videocamera: het diafragma was geblokkeerd in open stand en de camera stond gedurende een tijd gericht op een gloeilamp. Bij de volgende opnames was de gloeidraad van de lamp goed zichtbaar als een donkere spookbeeld.
Bij de betere compact-toestellen wordt er automatisch een foto genomen met gesloten sluiter om de ruis van ieder pixel te compenseren (dark current noise).
De eerste digitale reflextoestellen waren eigenlijk gewone film-reflextoestellen met een digitale rug. Deze reflextoestellen hadden dus altijd een sluiter in de vorm van een focal plane sluiter (ook gordijnsluiter genoemd), want film kon uiteraard niet in- en uitgeschakeld worden. Samen met deze eerste digitale reflextoestellen zijn de eerste compact-toestellen op de markt gekomen; deze digitale compact-toestellen hadden enkel een diafragma dat ook dienst deed als bescherming als het toestel uitgeschakeld was.
Gated CCD exposure control
Shutter exposure control
-