Een gordijnsluiter in de praktijk
Een focal plane sluiter (spleetsluiter) bestaat uit twee "gordijnen" die ieder uit kleine lamellen bestaan (een beetje zoals een lattenstore). Op de foto hierboven zie je goed de twee electromagneten die ieder de “startpuls” geven voor de bijhorende gordijnen. De motor links in beeld dient om de gordijnen terug naar de beginpositie te brengen na de foto.
Deze moderne sluiter heeft lamellen die verticaal bewegen; oudere sluiters hadden gordijnen die horizontaal bewegen (zoals op de figuren links). Vooraleer ik je kan uitleggen waarom je een vaste sluitertijd moet gebruiken, moet ik je eerst uitleggen hoe de sluiter bij een reflextoestel werkt.
Dit sluitersysteem wordt juist vòòr de sensor geplaatst (de zogenaamde "focal plane"), terwijl alle andere sluitersystemen (centraalsluiter) in het convergentiepunt (ergens tussen de lenzen) geplaatst worden.
Nederlanders noemen een dergelijke sluiter een "spleetsluiter", maar de benaming is niet 100% correct. De vorm van de opening is enkel een spleet bij hoge sluitersnelheden.
Oudere SLR toestellen hadden een maximale sluitersnelheid bij het flitsen van 1/60 (deze snelheid werd ook wel eens X-snelheid, syncsnelheid, flitssynchronisatietijd of X-sync genoemd). Deze syncsnelheid is eigenlijk de bewegingssnelheid van de sluiter (de tijd dat een gordijn nodig heeft om de beweging uit te voeren (tijd nodig voor het openen van het eerste gordijn = tijd nodig voor het sluiten van het tweede gordijn). Overigens was deze beperking enkel van toepassing als je een electronische blitz gebruikte. De meeste magnesium-flitsen lichten lang genoeg op (50 à 100 ms) om het beeld te belichten gedurende de volledige duur van de verplaatsing van de sluiter. Het waren dus focal plane flitsers avant la lettre! Vroeger werd trouwens de afkorting “FP” (“flat Peak” en niet focal plane) gebruikt voor flitslampjes die lang genoeg oplichtten om compatibel te zijn met gordijnsluiters.
Bij het overgaan van gordijnen die horizontaal bewegen naar rolluiken die verticaal bewegen kon de sluitersnelheid vergroot worden (de af te leggen weg is korter). De rolluiken bestaan uit lamellen die elkaar overlappen en samen bewegen. Welke korste sluitertijd (X-sync) je kan gebruiken hangt af van je toestel (Canon EOS 20D tot 50D: volgens het boekje 1/250, in de praktijk kan je gaan tot 1/320).
Bij de derde foto werd er geflits omdat de achtergrond zo helder is en de persoon op de voorgrond in de schaduw staat. Flitsen is aangewezen in deze situatie, maar je geraakt natuurlijk in de problemen als je een spiegelreflex camera gebruikt en niet kan beschikken over een focal plane flitser ("high speed flash").
Ook de huidige reeks Nikon spiegelreflexen gebruiken een zuivere electronische sluiter bij hoge snelheden.
Met een dergelijke flitser kan je om het even welke sluitersnelheid gebruiken:
Fill-in flash zal je bijvoorbeeld gebruiken om gezichten extra te benadrukken. Het is bij sterke zonlicht dat fill-in flash het meest nodig is, en dan is de sluitertijd automatisch hoog, waardoor een normale flitser onbruikbaar is.
Toen ik die flitser kocht, kostte die nog meer dan 500€. Tegenwoordig kan je hem kopen voor minder dan 400€... Van prijserosie gesproken. Ik kan het weten, ik werkte toen in die branche! Er bestaan tegenwoordig alternatieve flitsers de volledig compatibel zijn (en dus ook de funktie HSS (High Speed Shutter) ondersteunen en veel goedkoper zijn dan merkflitsers.
[1]
Voor de foto
[2]
Foto wordt genomen, eerste gordijn schuijft open
[3]
* F * L * I * T * S *
[4]
Tweede gordijn komt in beweging en bedekt de sensor
[5]
Einde van de foto, de sensor is volledig bedekt door het tweede gordijn.
Heel extreme fout: sluitertijd 1/800
-