CCD sensoren zijn extreem gevoelig voor infra-rode straling (terwijl film niet gevoelig is). Vòòr de sensor zit er wel een IR-filter (hot mirror), maar toch lekt altijd een beetje straling door. Infra rood fotografie wordt hier besproken.
Een passieve infra-rood detector (gebruikt voor automatische verlichting en bewaking) is in feite niet meer dan een fototransistor opgesteld in het brandpunt van een reflector en een filter die gewoon licht tegen houdt. Er zijn veel toepassingen waabij de infra-rood gevoeligheid een nuttige toepassing heeft, maar niet bij fotografie!
Bij het bekijken van portfolio's van foto-modellen wordt ik vaak getroffen door een vreemd fenomeen. Zelfs bij portfolios gemaakt door fotografen in dienst van modellen-agentschappen is het effekt soms zichtbaar. Een typisch probleemgeval zie je links: het is alsof het beeld overbelicht is, maar er zit geen wit in het beeld, dit wordt door de histogram bewezen: het grootste deel van het beeld is zelfs onderbelicht, zie de piek links in beeld. Vooral de huid vertoont de storing, en dat is natuurlijk heel vervelend voor een portfolio.
De foto werd in de namiddag genomen, de zon gaf reeds een mooie orange schijn. De oorzaak is dat de sensor extreem gevoelig is voor infra-rood licht, en de ingebouwde filter kan niet alle infra-rood wegfilteren. De sensor lijdt als het ware aan infra-rood verblinding. Het groene en blauwe kanaal vertonen dit fenomeen niet, want de infra-rode stralen worden tweemaal gefilterd: door de infra-rode filter en door de groene en blauwe filter voor de sensor (zie bayermozaiek). Deze kanalen kan je daarom gebruiken om de helderheid te restaureren (zie korte handleiding over digitale kleurfilters). Het bekomen beeld is niet meer mooi, het ziet er onnatuurlijk uit (de foto is enkel bruikbaar als zwart-wit foto). Deze foto kan je eigenlijk nooit meer goed krijgen (Photoshop: shit goes in, shit goes out).
Dit is de doorlaatcurve van een kleurfilter. Het groene filter laat bijvoorbeeld ook geel door, en het rode filter laat orange en infra-rood door (deze slappe curves zijn nodig zodat het fototoestel tussenliggende tinten kan detecteren).
Fotografen die vaak evenementen zoals concerten fotograferen kennen maar al te goed het fenomeen. De artisten op het podium worden verlicht door gekleurde spots. Niets aan de hand als de mensen door groene spots belicht worden, maar het beeld is overbelicht als er rode spots gebruikt worden.
De infra-rood reflectie door de huid is zo sterk dat het gebruikt wordt voor de detectie of het toestel bij het oog gehouden. Een kleinse sensor onder het oculair zendt een IR straal uit en meet de weerkaatsing. Deze detectie dient bijvoorbeeld om het LCD schermpje in of uit te schakelen.
Een meer natuurlijke foto bekom je door het beeld 1 stop te onderbelichten (zie derde foto). Daardoor is het rood-kanaal juist niet overstuurd en ziet de foto er beter uit. Je kan nu eventueel het bos op de achtergrond een beetje helderder maken.
Zit er dan geen infra-rood filter in het fototoestel? Toch wel, zo'n filter wordt vaak “hot mirror” genoemd (hittestralen worden terug gekaatst). Bij sommige fototoestellen zoals de Sony DSC-F828 kan je die zelfs uitschakelen bij nachtfotografie. Maar de filter heeft een geleidelijke werking en is een compromis: een deel van de infra-rode straling kan door de filter:
Een extra infra-rood filter (hot mirror) is moeilijk te vinden. Wat wèl te koop is zijn infra-rood doorlatende filters specifiek voor infra-rood fotografie, een teken dat fototoestellen gevoelig zijn voor infra-rood. Bij de Sony wordt de focusmeting met een sterke infra-rode straal uitgevoerd (bij weinig licht en gebruik van een externe flitser zoals de HVL-F32X), maar ook mijn Canon heeft een "AF assist" straler op de externe flitser.
Bij foto's met een sterk rood-component (een paar uur voor zonsondergang) moet je een flitser gebruiken om het licht in evenwicht brengen. Bij foto's waarbij de kans op overbelichting groot is (bijvoorbeeld in een bos), kan je 1 stop onderbelichten. Je kan natuurlijk beide effekten combineren.
Infra-rood verblinding kan je niet vermijden door in RAW-modus te werken. Aan de dynamiek van de sensor wordt niets veranderd (het signaal dat de sensor aflevert blijft hetzelfde), enkel het aantal bits waarmee het signaal gedigitaliseerd wordt is hoger: 12 of 14 in plaats van 8 bij JPEG. Het is alsof je een trap zou hebben met 4096 kleine treden in plaats van 256 normale treden. In beide gevallen raak je op het eerste verdiep, maar niet verder. Met de RAW sensordata kan je dus geen informatie halen uit delen van het beeld die overbelicht zijn. Opnemen in RAW-modus is wel aangeraden als je één stop zou onderbelichten, want dan zijn de helderheidswaarden van het blauwe en groene kanaal zeer laag (met kans op "banding" bij JPEG aangezien je maar 10% van de bitwaarde gebruikt).
Canon heeft het probleem aangepakt met de nieuwe 7D die lichtmeter-sensoren gebruikt die kleur-gevoelig zijn. Deze lichtmeter-sensoren zouden een overmaat aan infra-rood licht kunnen detecteren en dus rekening houden met de gevoeligheid van de beeldsensor voor infra-rood licht.
Ter informatie: compact-fototoestellen (of fototoestellen die in live view werken) hebben minder last van dit fenomeen, want de beeldsensor dient tevens voor de helderheidsbepaling.
Histogram rood kanaal eerste foto
We restaureren het beeld aan de hand van het groen kanaal
Maar het is natuurlijk beter het beeld met 1 stop te onderbelichten
Gevoeligheidscurve naakte sensor
Doorlaatcurve “hot mirror filter” vòòr de sensor
-