Het RGB kleurmodel is een praktisch model om de kleuren weer te geven: het wordt gebruikt in televisietoestellen en computermonitoren. Omdat dit model zo vaak gebruikt wordt, worden de afbeeldingen doorgaans in dit formaat opgeslagen.
Hoe de eerste figuur rechts ontstaan is leest u op de algemene pagina van de kleurmodellen.
Bij additieve kleurmenging bekomt men meer heldere tinten:
Mengt men een primaire kleur met zijn secundaire complementaire kleur, dan bekomt men wit. Blauw (primaire kleur) gemengd met geel (dat bestaat uit groen en rood) geeft wit (de eerste witte leds waren uitgerust met drie kleine diodes die de drie primaire kleuren uitstraalden).
Verlies aan gevoeligheid
De meeste sensoren in digitale fototoestellen zijn uitgerust met een RGB-filter. Het additief model gebruikt primaire kleuren die donkerder zijn dan de primaire kleuren van het subtractief kleurmodel. Deze primaire kleuren absorberen 2/3 van het licht. Zou men de primaire kleuren van het subtractief kleurmodel gebruiken, dan zou men een sensor bekomen dat tweemaal zo gevoelig is.
Men heeft in de begintijd van de digitale fotografie geëxperimenteerd met CMYG (cyan, magenta, geel, groen), maar de beperkte rekenkracht van de processoren van 10 jaar geleden maakte de camera ombruikbaar traag (de foto in CMYG-kleuren moest namelijk eerst omgezet worden naar RGB-kleuren dat al een gestandardiseerd formaat was (JPEG)). Het CMYG-model heeft een beperktere gamut dan het RGB-model (niet alle tinten kunnen geregistreerd worden), dit is ook een reden waarom het CMYG uiteindelijk afgevoerd werd.
Het kleurenwiel van een DLP projector is een dichroïde spiegel: Het laat de primaire kleuren van het additief kleurenmodel door (eerste 3 foto's) en reflekteert die van het subtractief kleurenmodel (laatste foto).
In tegenstelling met een klassieke kleurfilter die de ongewenste kleuren absorbeert, reflekteert een dichroïde filter de ongewenste kleuren. Magenta, cyan en geel,… juist, dat zijn precies de complementaire kleuren van het additief kleurenmodel! Een voordeel van de dichroïde filter is dat de kleuren beter gedefinieerd zijn en niet vervagen met de tijd. Het effekt is op interferentie en niet op pigmenten gebaseerd: pigmenten vervagen door de hoge temperatuur en hoge lichtsterkte.
Het hart van een DLP projector is een speciale IC waarop het licht geprojecteerd wordt. Het IC bestaat uit pixels zoals een fototoestel en ieder pixel kan "aan" of "uit" gezet worden, waarbij het licht al dan niet afgebogen wordt. Als een pixel aan staat, dan gaat het licht naar de lens, anders gaat het licht verloren en is die pixel donker.
Iedere keer dat er een bepaalde kleur door het wiel doorgelaten wordt, worden de betreffende pixels voor die kleur geactiveerd.
|
---|
Het werken met de individuele kanalen heeft meer nut in het Lab kleurmodel waarbij de chrominantie de luminantie onafhankelijk van elkaar ingesteld kunnen worden.
Het werken met verschillende kleurmodellen en het selecteren van bepaalde kanalen voor selectieve bewerking wordt op de pagina's over de digitale doka besproken.
-