Vandaag kreeg ik een Olympus Camedia C3000 ter herstelling. Dat was één van de fototoestellen waarmee ik begonnen ben met digitale fotografie. De datum eens opgezocht: begin 2000. Het toestel heeft 12 jaar gewerkt (dit artikel is in 2012 geschreven)
Op ieder spoor van de floppy kon één beeld opgenomen worden, voor een totaal van 50 beelden met een resolutie van 570 * 490 pixels. Het originele mavica-systeem kende weinig succes en werd enkel gebruikt in hospitalen (digitalisatie van röntgenfoto's). De opname was zuiver analoog: iedere track van de floppy was eigenlijk een analoge video-frame. Digitale beeldverwerking was niet mogelijk.
In feite was de Mavica de eerste single lens reflex van Sony: zoals je op het prototype (en de uiteindelijke camera) kan zien: het toestel gebruikte een spiegelsysteem om het beeld dat opgenomen moest worden naar een optische zoeker te sturen.
De naam Mavica werd echter behouden, hoewel de nieuwe toestellen volledig digitaal werkten en niets meer te maken hadden met “video” op de resolutie na. De Sony MVC-FD5 was het eerste toestel van een succesrijke reeks.
De technische specifikaties van het toestel waren eerder beperkt, zowel wat betreft de optiek als de sensor. De opname gebeurde op het VGA-formaat (640 × 480 pixels), nog slechter eigenlijk dan een Polaroidkiekje. Maar het was de noviteit en het gebruiksgemak die de doorslag gaven: het was heel gemakkelijk om foto's op de computer te zetten en die te versturen (toen nog via mail, facebook zou nog 15 jaar op zich laten wachten!). Andere opties waren er niet om foto's op een eenvoudige manier te digitaliseren (dure video-grabber kaart, negatief of fotoscanner,...).
Vanaf de jaren '90 werden de sensoren beter, maar nu vormde de floppy het zwakke schakel met zijn beperkte capaciteit en trage access. De eerste echte geheigenkaarten hadden het formaat van een huidige 2.5inch harde schijf, wat niet echt compact was (PCMCIA formaat).
Begin jaren 2000 werden de foto's opgeslagen op CD-RW (de eerste toestellen konden zelfs enkel met CD-R werken!). Het eerste fototoestel van de reeks was de Sony Mavica MVC-CD1000. Dit toestel betekende een ware revolutie in die tijd: een optische zoom van 10× (de andere toestellen hadden geen zoom of een 3× zoom). De sensor had een 2.1 megapixel resolutie (1600×1200 pixels), wat toen topkwaliteit was.
*: als men een snelheid van bijvoorbeeld 10× aangeeft bij een geheugenkaart, dan is dat de snelheid ten opzichte van een klassiek CD loopwerk (150kB/sec). |
De CD-R die niet gewist kon worden vormde als het ware de schakel met de film (die ook permanent was). Tegenwoordig heb je het probleem: computer gecrasht-foto's weg.
Maar als je de recensies van het jaar 2000 zou lezen (het jaar dat de Sony MVC-CD1000 gelanceerd werd), dan merk je dat er toen een enorme evolutie was. Het was een bloeiende markt en het ging echt alle kanten uit, met bijvoorbeeld de e-film, het digitaal equivalent van het filmrolletje. De eerste USB kaartkezers kwamen op de markt. Tegenwoordig is de fotografie-markt volledig gesatureerd en is er nauwelijks nog evolutie te zien.
De e-film, het digitaal equivalent van het filmrolletje.
Maar die kwam veel te laat (toen de eerste echte digitale spiegelreflexen al lang op de markt waren), had een beperkte resolutie (1.3 megapixel), kon slechts 24 foto's opnemen, had een vaste gain van 100ISO en een storende cropfactor van 2.85×.
Het zal dan niemand verwonderen dat de e-film geen succes werd. In tegendeel: de slechte kwaliteit van de opnames zorgde ervoor dat "digitaal" lange tijd synoniem was van "erbarmelijk" bij de professionele fotografen. De beroepsfotografen zijn relatief laat overgestapt op digitaal.
De verschillende geheugenkaarten worden hier besproken.
-