Inleiding: lens theorie. Ondertussen is men niet stil gebleven. De eerste lenzen (meniscus lenzen) waren gebaseerd op deze theorie. De volgende stap, de asferisch geslepen enkelvoudige lenzen waren moeilijk te slijpen en hadden talrijke gebreken.
Vroeger waren de emulsies orthochromatisch (enkel gevoelig voor groen/blauw licht). Daarom kon de film onder rood licht behandeld worden. Fotogevoelig papier voor zwart/wit foto's heeft een orthochromatische emulsie en er mag een rode lamp blijven branden in de doka bij het maken van reproducties (bij de laatste generatie fotogevoelig papier met variabel contrast is dit minder het geval, maar we dwalen gevaarlijk af).
Chromatische aberratie
De eerste foto rechts is door de collimatorlens van een projector getrokken. Deze lens dient om het licht van de projectielamp te concentreren. Kleurfouten spelen hier geen rol en de lens moet niet gecompenseerd zijn. De lens is trouwens een gewoon sferisch geslepen meniscus lens.
Men bestrijd als het ware het kwade met het kwade. De holle lens moet een hoge mate van chromatische aberratie (dispersie) hebben om het effekt van de sterkere bolle lens te compenseren. Deze twee lenzen werden aan elkaar bevestigd (zodat men slechts 3 overgangen had in plaats van 4) en werd een achromatisch doublet genoemd. De achromatische lenzen gebruiken kroonglas (potassiumhoudend) voor de bolle hoofdlens en flintglas (loodhoudend) voor de holle correctielens. Flintglas heeft een zeer hoge dispersie. Deze doublet lenzen hadden een correctie op twee frekwenties (kleuren).
Deze vorm van correctie is vergelijkbaar met de tegenkopping (negatieve terugkoppeling) zoals die gebruikt wordt in hifi-versterkers. Men bekomt een betere geluidsweergave, ten koste van de versterking. Het aantal verstrekertrappen moet verhoogd worden om dit verlies te compenseren.
Uiteindelijk ging men fluorietglas gebruiken in plaats van kroonglas. Fluorietglas heeft een lagere dispersie waardoor correctie eenvoudiger is. De chromatische aberratie is op drie frekwentiepunten onderdrukt: apochromatische lenzen. Canon is de voorloper op dit vlak geweest en was de eerste die fluorietglas kon maken (in de jaren '60). Canon noemt zijn lenzen “Low Dispersion (LD)” en “Ultra low Dispersion (UD)”.
Ter verduidelijking: het natuurkundig fenomeen (kleurschifting) heet dispersie, het gevolg in de praktijk is chromatische aberratie.
Meer uitleg over de kleurfouten is hier te vinden: het is onmogelijk de kleurfouten totaal te onderdrukken, en de gevolgen zijn soms zichtbaar.
Vergelijk de afmetingen van de EF 70-300mm /4.5-5.6 DO IS USM met de niet DO-versie EF 75-300mm /4-5.6 IS USM.
Bij diffractie zijn de kleurfouten namelijk omgekeerd als bij refractie (beide zijn bolle lenzen). Je kan dus twee complementaire bolle lenzen achter elkaar plaatsen: de versterking is dubbel en de kleurfout nihil.
Maar het beeld van een diffractieve lens is niet zo scherp en het is alsof er een waas over de foto hangt (het zwakkere contrast valt op in de praktijk maar kan gecorrigeerd worden). DO-lenzen worden gekenmerkt door een groene ring (in plaats van de rode ring bij L-lenzen) en een overdreven prijs. Er zijn twee DO-lenzen in het gamma van Canon, de EF 70-300mm /4.5-5.6 DO en de EF 400mm f/4 DO IS USM.
Enkelvoudige lens | Doublet lens |
---|
Een doublet lens in de praktijk
“Diffractive Optics”
-