Lichtstralen planten zich voort als een trilling (lichtstralen zijn terzelfdertijd ook deeltjes, maar dit zou ons te ver leiden). Een trilling heeft
Dat licht gepolariseerd is kan je normaal niet zien, maar insekten zijn daar wel gevoelig voor. Om het effekt van polarisatie waar te nemen kan je een polaroid-bril kopen (die waren echt in trek in de 70ger jaren!) of met een polarisatiefilter werken.
Hierboven heb je een schematische voorstelling van drie lichtstralen. De blauwe straal is verticaal gepolariseerd, de rode horizontaal en de groene is schuin gepolariseerd. Normaal komen alle vormen van polarisatie voor, het licht dat we zien is dus een mengelmoes van polarisaties.
Licht dat weerkaatst wordt heeft vaak een vaste polarisatie, het is alsof alle "blauwe" en "rode" stralen in het vlak van de groene stralen lopen. Een blauwe hemel is gepolariseerd, zoals nevel dat ook is van zodra er zon schijnt (weerkaatsing door de microscopisch kleine waterdruppels). Dit is lineaire polarisatie.
Rechts heb je een lineair gepolariseerde lichtstraal (blauw): die heeft één enkele trillingsrichting. De "kam" waardoor de lichtstraal is geweest is de paarse spleet. Iedere lichtstraal kan ontbonden worden in een X- en Y-component. Dit veranderd niets aan de lichtstraal zelf, maar het is wel nuttig voor de uitleg dat komen moet. De blauwe lichtstraal heeft dus een groene en rode component.
De folie rechts wordt gebruikt in LCD panelen om de polarisatie ongedaan te maken (je kan die gemakkelijk recupereren uit een defekte LCD televisie, monitor of display). De lichtstalen worden min of meer vertraagd naargelang de polarisatie.
Eén van de polarisaties wordt een kwartgolf vertraagd, het komt dus overeen op een vertraging van 90°, waardoor de lineaire polarisatie omgezet wordt in circulaire polarisatie.
Een bijkomend effekt van deze folie is het dubbelbeeld dat geproduceerd wordt: naast de verschillende vertraging wordt het licht anders afgebroken naargelang de polarisatie (van dit effekt wordt hier geen gebruik gemaakt).
In de praktijk bestaat een CP-filter uit:
Fotografen willen zo perfekt mogelijke foto's, kopen dure lenzen die perfekt kleurzuiver zijn, en dan gebruiken ze een polarisatiefilter die kleurfouten kan teweeg brengen. Voor perfekt natuurgetrouwe foto's is een polarisatiefilter waardeloze troep, maar wie wilt er nu grauwe foto's?
Opgelet: superplatte point-and-shoot camera's zijn uitgerust met een spiegel zodat de optiek een plaats kan vinden in de smalle body. In dit geval is een CP-filter nodig (in plaats van een LP-filter). Voor zovel je een filter kan bevestigen, natuurlijk.
Als je meer dan één lens hebt (en ze hebben allemaal verschillende diameters), kies als eerste een lens met een breedhoek tot normaal bereik. Deze lenzen die voor landschapsfotografie gebruikt worden hebben het meeste baat met een dergelijke filter.
Op lenzen waarvan de objectieflens draait bij het bijregelen van de focus kan je geen polarisatielens monteren (dit zijn meestal de goedkope kitlenzen). De instelling van de filter verandert namelijk bij het veranderen van de focus. Enkel lenzen met inner of rear focussing zijn bruikbaar.
Heb je nog een polarisatiefilter uit je film-reflex tijdperk, dan kan je die blijven gebruiken. Voor een reflex heb je altijd een circulaire polarisatiefilter nodig vanwege de spiegels.
Om te controleren of je polarisatiefilter een gewone lineaire polarisatiefilter is of een CP-filter is heb je een tweede polarisatiefilter nodig (LP of CP speelt geen rol). Gewoon erdoor kijken is voldoende. De te testen filter plaats je als eerste (lichtkant), gevolgd door een tweede filter (oogkant). Door beide filters ten opzichte van elkaar te verdraaien heb je een verduistering en verheldering als de eerste filter een LP filter is, een lichte constante verduistering als de eerste filter een CP filter is. Natuurlijk kan de filter ook een gewoon stukje getint glas zijn. Van zodra er zon is is het polarisatieeffekt echter duidelijk zichtbaar (je kan de filter gewoon voor je ogen houden en die verdraaien, een fototoestel is daarvoor niet nodig): Voorbeelden van foto's met polarisatiefilter zie je hier.
Als je een polarisatiefilter voor de lens van je fototoestel plaatst, dan geef je de voorkeur aan lichtstralen met een bepalde polarisatie. De polarisatiefilter is draaibaar, zodat je het effekt kan veranderen door de filter te verdraaien.
Goed gebruikt is een filter in staat de hemel meer blauw te maken, reflekties op spiegelende onderwerpen te onderdrukken of juist te accentueren (behalve van metaal: licht dat door metaal weerkaatst wordt is niet gepolariseerd) en nevel te verminderen.
Atmosferische effekten zijn enkel waarneembaar als er zon is en als je loodrecht op de zon staat. Als de zon in het zuiden zit, dan is het effekt het meest zichtbaar als je je camera naar het oosten of het westen richt.
Lineaire polarisatie |
Circulaire polarisatie |
---|
Folie van een klein LCD scherm
Voorstelling van circulaire polarisatie
Radiogolven van satellieten kunnen ook circulair gepolariseerd zijn
(MIRA volkssterrenwacht)
Andere filters (ND-filter, skylight- en kleurfilters en UV-filters) worden hier besproken.
-