Tips gebruik spiegelreflex

Dit zijn een paar algemene tips bij het gebruik van je fototoestel op vakantie.

Ik geef hier twee soorten tips: de instellingen van je fototoestel en de voorbereidingen voor het vertrek op vakantie.

Voorbereidingen

Test de kaart voordat je op vakantie vertrekt. Beperk je niet tot de kaart in het fototoestel te steken en te kijken of die de kaart erkent. Nieuwe kaarten formateer je altijd best opnieuw in je fototoestel, zelf al zijn ze reeds geformateerd. Zo vermijd je fouten omdat de formatering niet 100% compatibel is. Defekten komen altijd voor; meestal merk je dat het fototoestel er heel lang over doet om een foto op te slaan. Neem tientallen foto's (onderwerp doet er niet toe) of maak een video-opname van minstens een paar minuten. Worden de foto's snel getoond bij weergave? Speelt de video goed af?

Het type kaart beinvloed de kwaliteit van de foto niet (die wordt immers digitaal opgeslagen), wel de snelheid van de opslag: met een snelle kaart kan je meer foto's nemen per minuut. De kwaliteit van de foto wordt enkel beinvloedt door het toestel. Kies een lage compressie (weinig detailverlies).

Werken in RAW is niet noodzakelijk, maar kan gebruikt worden in moeilijke omstandigheden (zeer contrastrijk beeld, of juist beeld met weinig contrast). Maar dan moet je ook de moeite nemen om achteraf de RAW foto correct te bewerken.

Batterijen
Het loont de moeite een tweede batterij te kopen. Gaandeweg verliezen lithium-batterijen hun capaciteit (zowel door gebruik, maar ook gewoon door ouderdom). Een twee jaar oude batterij heeft gemiddeld nog 50% capaciteit over. Vroeger kon je 300 foto's nemen, nu nog 150. Omdat de slijtage geleidelijk is, merkt je die niet.

Een tweede batterij is nuttig omdat die minder goed presteren bij hogere en lagere temperaturen (de batterijen laden moeilijker op en verliezen sneller hun lading bij een hoge temperatuur en kunnen minder stroom leveren bij een lage temperatuur).

Met een tweede batterij kan je de ene batterij opladen terwijl dat je met de tweede batterij verder kan blijven werken (foto's aan het zwembad van het hotel).

Koop een batterij van het merk van de fabrikant van het fototoestel of van een groot merk zoals Varta. Hier ook: koop geen batterijen van onbekende merken.

Statief
Een statief kan interessant zijn als je van plan bent te fotograferen op weinig verlichte plaatsen zoals kerken, of als je veel foto's 's avonds en 's nachts zal nemen. Met een statief kan je een langere sluiterijd gebruiken (er valt meer licht op de sensor zodat er minder ruis is). Zelfs met een beeldstabilisator kan je niet onder de 1/10 van een seconde gaan als je geen statief hebt.

Een noodoplossing als je geen statief hebt is te steunen (tegen een muur) of het toestel op een vaste plaats neerzetten (tafeltje, vensterbank, enz)

Lenzen
Beperk het aantal lenzen: neem eerder een algemene lens mee (bijvoorbeeld een Canon EF-S 18-135 f/3.5-5.6 IS USM) dan een specialistische lens (prime lens), behalve als je goed weet wat je van plan bent.

Op pad

Gebruik volgende instellingen op je fototoestel:

• Prioriteit opening en kies de grootste opening. Dan ben je zeker dat er altijd zo veel mogelijk licht op de sensor valt. Als je weet dat je enkel foto's zal nemen bij heel veel licht, kies dan een gemiddelde opening, maar vergeet niet de instelling te veranderen in de late namiddag.

• Auto-ISO mode: de moderne fototoestellen hebben allemaal een auto-ISO instelling en dit is echt een godsgeschenk. 's Avonds gaat het toestel automatisch de gevoeligheid opvoeren, zodat je geen bewegingsonscherpte hebt. Bewegingsonscherpte kan achteraf niet meer gecorrigeerd worden. De ruis die je hebt bij een hogere gevoeligheid is gemakkelijker onder controle te houden. Het is beter een foto te nemen die ruis bevat, dan een foto die onderbelicht is (omdat de ISO niet opgevoerd werd).

• Bij landschappen moet je spelen met de belichtingscorrectie: als er veel zon is (contrastrijk beeld) kan je de belichting wat verminderen (een halve stop onderbelichten). Zo ben je zeker dat de hooglichten niet uitgebrand zijn. Als er geen zon is (grijs weer) moet je de belichting wat opvoeren (daardoor krijg je automatisch ook een verhoging van het contrast). Omdat je hier wat meer tijd hebt is het interessanter te werken in manuele modus, zodat het fototoestel niet de instellingen zelf aanpast tussen de verschillende foto's. Schakel de alarm bij overbelichting in (knipperende beeldelementen).

• De beste foto's worden niet genomen overdag, maar 's morgens vroeg of 's avonds, als het licht niet zo sterk is. Hier kan een reserve batterij zijn nut bewijzen. De voorbeeldfoto's zijn 's morgens vroeg genomen, maar ze hadden even goed 's avonds genomen kunnen worden.

• Zoom in om een detail te isoleren van de rest, maar doe dit enkel als er voldoende licht is. De meeste lenzen zijn namelijk minder lichtsterk in tele-stand. Als er te weinig licht is, zal het toestel de ISO waarden moeten opvoeren en de sluitertijd verlagen. Van zodra dat je inzoomt moet je een sluiterijd aanhouden boven de 1/125 om bewegingsonscherpte te vermijden.

• Beperkte belichtingsspeelruimte: het is moeilijk een foto te nemen met zeer heldere en donkere delen.
• Nogal breedhoekig, het is leuk om een groep mensen aan tafel te fotograferen, maar dat volstaat niet in andere situaties
• Weinig instellingen, je kan de scherptediepte niet instellen, de ISO-waarde gaat niet hoog,...

-