Panorama


Fotografie » TechTalk » Keuze fototoestel » Praktische vergelijking

Hoeveel geld wil je spenderen aan een fototoestel? Zijn de foto's van een spiegelreflex zoveel beter? Ik heb twee toestellen vergeleken: een recente supercompact fototoestel van Sony, de DSC-TX1 en een spiegelreflex, de Canon 50D. Dit zijn twee toestellen die een klant had kunnen kopen.

De Sony heeft één nieuwe funktie, de automatische panorama-funktie (het is eigenlijk daarom dat ik specifiek dit toestel heb gekozen en geen andere). Deze relatief nieuwe funktie wordt dan ook in detail besproken. De reflex is een middenmoot-toestel, met live-preview zoals het tegenwoordig de mode is.

Beide foto's werden direkt na elkaar genomen, de omgerekende brandpuntafstand bedraagt ongeveer 120mm. Op het eerste zicht zijn er weinig verschillen tussen beide foto's, zelfs al zou je ze op A4-formaat uitprinten. Ik heb het gedaan, en ik kon de toestellen enkel uit elkaar halen door de specifieke beeldeigenschappen van de Canon 50D (die gebruik ik namelijk al jaren).

Korte bespreking Sony DSC-TX1

Deze bespreking is geldig voor ongeveer alle goedkope compact fototoestellen.

De foto's van de Sony compact zien er in het algemeen zelfs beter uit dan die van de Canon (ze zien er scherper uit als je ze op normale schermresolutie bekijkt). De meeste compact fototoestellen passen automatische beeldscherpteverhoging toe. De Sony heeft geen duidelijke scherptediepte, de foto is scherp vanaf 1 meter tot aan de winkel.

Canon past geen beeldverscherping toe: de foto's zien er wat flets uit. Maar als je de foto's op pixelniveau bekijkt, merk je dat de Canon een veel rustiger beeld zonder ruis geeft. Dit is eigenlijk een beetje het probleem van de Canon: men had een lichte vorm van beeldscherpte-verhoging kunnen toepassen (voordat ze op JPEG formaat opgeslagen worden). Wordt de verscherping toegepast nadat de foto omgezet is geweest in JPEG (bijvoorbeeld met Photoshop), dan kunnen compressie-artefakten zichtbaar worden.

Het toestel heeft naast een aan-uit knop, een zoom-regeling en een playback-knop geen enkele toets. Alles gebeurt via menu-sturing met het aanraakgevoelig schermpje. Instellingen kunnen snel gewijzigd worden, maar de instellingen die een beroepsfotograaf verwacht zijn er niet: geen wieltje om de belichtingscompensatie in te stellen, geen A (aperture) mode, alles gebeurt automatisch. Dit is een toestel voor mensen die nooit naar school zijn geweest, en inderdaad, de handleiding in 33 talen bevat slechts een paar bladzijden per taal (met grote illustraties). Het is de bedoeling dat de bediening intuitief gebeurt, en inderdaad, ik kon de meeste funkties van het toestel gebruiken zonder de handleiding te moeten raadplegen. Geen duistere Fn-gedoe met onbegrijpelijke namen.

De camera heeft een groot LCD scherm en een kleine batterij (niet veel groter dan een compact-flash kaart). Dit zegt al genoeg zeker? En voor de mensen die de hint niet zouden snappen staat er op de verpakking vermeld: vergeet niet een reserve batterij te kopen. Deze tweede batterij kost 1/4 van de prijs van het toestel, recyclage-taksen niet inbegrepen.

Panorama-funktie

Een van de verkoopsargumenten van de Sony is natuurlijk zijn Panorama-funktie. Het fototoestel heeft een supersnelle sensor en bijhorende beeldverwerking en kan ook videobeelden in echte video-resolutie opnemen (720 "lijnen", het digitale standaard). Het is dan maar normaal dat het toestel voorzien wordt voor panorama-opnames. Daarvoor is enkel een stukje aangepaste software nodig om de beeldfragmenten naadloos aan elkaar te doen passen. Iets waarmee je in Photoshop uren zoet bent om het goed te doen gebeurt hier in een paar seconden. In principe kan het toestel een volledige panorama van 180° opnemen. Als de beweging niet echt vlotjes gebeurt raak je echter niet aan die 180°. De resolutie is beperkt tijdens de panorama-funktie. Duurdere toestellen kunnen in een hogere resolutie opnemen en hebben ook video in HD in plaats van standaard resolutie.

Voor de panorama-funktie maakt de Sony continu beelden en plakt kleine schijfjes genomen in het midden van het beeld aan elkaar (in plaats van een aantal volledige foto's aan elkaar te lijnen). Dit heeft als voordeel dat correcties gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden en dat een statief niet nodig is. Maar als er beweging in de foto te zien is, dan bekom je een vreemd effekt.

Indien je met een normaal fototoestel een panorama wilt maken (en de beelden achteraf aan elkaar wilt plakken met aangepaste software) dan moet je op het volgende letten:

Het aan elkaar zetten van de opeenvolgende foto's gebeurt het gemakkelijkst via aangepaste software, maar dit kan ook (moeizaam) in Photoshop.

De panorama funktie is een vorm van image stacking, dat de procedure automatisch (in het toestel) of manueel (achteraf op de computer) gebeurt.


Sony DSC-TX1
1/100 ƒ/5.6 125ISO 24.7mm brandpunt (optisch)


Canon 50D
1/350 ƒ/4 200ISO 75mm brandpunt (optisch)

Sony DSC-TX1 Canon 50D

Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren

Maar de panorama funktie is niet nieuw. Meer dan een eeuw geleden werden de eerste panorama-toestellen op de markt gebracht. De Cirkut werkte normaal met platen (met een hoogte van 12.5 tot 40 cm naargelang de versie), maar men kon ook rolfilm gebruiken. Het is een groot formaat fototoestel.

Het toestel werd op een speciaal statief gemonteerd. Een veer werd opgespannen en dreef het toestel en de film aan. Het toestel kon een volledige cirkel maken en gebruikte daarbij ongeveer 1.5m film voor de kleine versie. Uitgerekend in megapixel komt men aan 100 megapixel voor het basisformaat (rekening houdend met de korrel van de toen gebruikte emulsies).

De emulsies waren niet echt gevoelig in die tijd en de lenzen niet lichtsterk: een sluitertijd van 1/10 was een normale sluitertijd bij een foto buiten bij helder weer maar geen zon. Ieder stukje film moest evenveel belicht worden als bij een sluitertijd van 1/10 seconde. De belichting gebeurde door een verticale sleuf die enkel in het toestel geplaatst werd bij het maken van panoramafoto's.

Bij het veranderen van de sluitertijd veranderde dus de rotatiesnelheid van het toestel (en dus de snelheid waarmee de film belicht werd). Snel ging het fotograferen niet: men moest rekenen op 50 seconden bij helder weer tot 3 minuten bij betrokken weer. Slimme mensen konden meerdere keren op de foto aanwezig zijn door na de belichting snel naar een volgende plaats te lopen (tegen de richting van de draaing).

-