Indexpagina filters |
---|
De filter met variabele densiteit bestaat uit twee polarisatiefilters die ten opzichte van elkaar gedraaid kunnen worden om het effekt van de filter te wijzigen. Een soort volumeregeling, zeg maar.
De werking is gemakkelijk te begrijten: de eerste polarisatiefilter houdt 50% van het licht tegen (er is één voorkeurspolarisatie en hoe meer de polarisatie van het licht afwijkt van de voorkeurspolarisatie, hoe meer het licht tegen gehouden wordt. Als de tweede filter met dezelfde polarisatievoorkeur gedraait staat, dan houdt deze tweede filter bijna geen licht tegen, saat die filter loodrecht op de eerste polarisatie, dan wordt nagenoeg al het licht tegengehouden, want het licht heeft een verkeerde polarisatie.
In theorie kunnen deze filters bijna al het licht tegen houden, maar dan heeft het bekomen beeld vreemde kleuren. Het minimum effekt komt ongeveer overeen met een ND-3 filter (reductie van een stop en half) en het maximaal effekt waarbij het beeld misschien nog bruikbaar is komt overeen met een ND-500 (bijna 9 stops minder).
De variabele ND filter veroorzaakt een kleurzweem (te rood) die dan omslaat bij de maximale densiteiten (te blauw): ik heb de test uitgevoerd met de manuele lichtbalans. Een manuele lichtbalans is aangeraden om een stabiel resultaat te bekomen bij lage belichtingswaarden, maar in sommige gevallen is de automatische witbalans perfekt in staat de kleurzweem te onderdrukken. Dit hangt af van de ingestelde densiteit, van het toestel en van de filter (your mileage may vary).
Gebruik de filter niet op zijn mximaal filtervermogen, de foto's zijn onbruikbaar (ik haalde een ND-waarde van duizend). Op ND-100 zijn de foto's acceptabel (dus minder dat wat er op de filter zelf geschreven staat).
De lensopening speelt een rol bij het effekt van de filter. De filter wordt snel onbruikbaar bij een gemiddelde ND-waarde als de lensopening op /8 staat (waarom weet ik niet). Op /22 kan de filter op een veel hogere ND-waarde gebruikt worden.
De kwaliteit van variabele grijsfilters is er sterk op vooruit gegaan, in zoverre zelfs dat dergelijke filters gebruikt kunnen worden door beroepsfotografen. Dit zijn in het kort de voordelen van variabele grijsfilters:
Variabele grijsfilters hebben ook een paar nadelen:
Variabele ND filters zijn zeer gevoelig voor schokken. Bij een val kunnen er zones ontstaan met variabele densiteit, waardoor de filter niet meer bruikbaar is boven een bepaalde ND-waarde.
In het algemeen kan men stellen dat een filter met variabele densiteit bruikbaar is, behalve als de kwaliteit van de foto's maximaal moet zijn. De filter kan je gebruiken als je een lichte filterwerking nodig hebt (ND 10 = ND 1.0, er bestaan twee koderingen). Je kan een gewone ND filter gebruiken samen met een variabele ND filter, maar let hier op de mogelijke vignetering. Iedere filter zorgt ook voor een vermindering van de beeldkwaliteit.
Een toepassing kan zijn om het licht te temperen om een normale flitser buiten te gebruiken. Meer informatie is te vinden op de pagina van de ND-filter (vaste waarde), daar is er ook meer informatie over de betekenis van de ND waarde.
De belichtingswaarde van de foto's rechts bedroeg 14EV, gemeten met een lichtmeter voor en na de foto's.
Er dient nog gezegd worden dat alle filters (ND, vast of variabel, UV, polarisatie) allemaal flares veroorzaken als je fotografeert in de richting van de zon. Dit wordt veroorzaakt door de vlakke oppervlakte. Enkel dure speciaal gecoate filters hebben minder last van flares en ghosting.
Zonder 1/90 /8 50ISO |
---|
Minimum 1/20 /8 50ISO |
ND-90 1" /8 50ISO |
ND-90 1" /8 50ISO |
Maximum 15" /8 50ISO |
Deze fotoreeksen zijn met tegenlicht genomen. De donkere zones hangen af van de positie van de filter. |
Zonder 1/125 /8 50ISO |
---|
Minimum 1/30 /8 50ISO |
ND-125 1" /8 50ISO |
ND-125 6" /22 50ISO |
Als de lichtomstandigheden beter zijn is het mogelijk hogere ND-waarden te bekomen.
Voldoende lange sluitertijden zijn enkel mogelijk met de kleinste lensopening van 22. Hoe vreemd het ook mag zijn, deze kleine openingen laten hogere filterdichtheid toe zonder donkere zones. |
-