Fotografie » TechTalk » Lenzen | Accessoires en funkties » ND-filters
Er bestaan verschillende soorten grijsfilters (neutral density). Ze verschillen niet enkel in de mate van de zwarting, maar sommige filters hebben ook een verloop. De meeste filters worden voor landschapsfotografie gebruikt, maar naargelang de omstandigheden zal men het ene of het andere filter gebruiken.
Grijsverloopfilters
De klassieke ND filters zijn welbekend. Ze laten lange sluitertijden toe zelfs in volle zonlicht en het effekt is heelwat beter dan te proberen een 10-tal opnames samen te voegen tot één enkele foto. Maar weinig fotografen weten dat er nog andere grijsfilters benstaan, namelijk verloopfilters. Men gebruikt de afkorting GND (Gradient Neutral Density). Het zijn grijsfilters, maar er is een verloop (gradient in het engels).
Deze filters zijn noodzakelijk omdat de sensor niet in staat is de volledige dynamiek van een beeld op te nemen. Zelfs opnemen in RAW biedt geen soelaas: de heldere beeldelementen hebben een oversturing van de sensor veroorzaakt en de kleuren kunnen achteraf niet meer teruggewonnen worden. De donkere beeldelementen zitten in de ruis als je de niveaus naar boven haalt.
De HDR modus heeft als effekt dat de dynamiek gecomprimeerd wordt. Dit kan nuttig zijn in tal van situaties, maar de HDR modus zal het beeld vervormen (een beetje zoals een slecht afgeregelde compressor het geluid ook zal vervormen). Het algemeen beeldcontrast wordt verminderd, maar om te vermijden dat het beeld te flets zou worden wordt het lokaal contrast verhoogd. Als men landschappen natuurgetrouw wilt fotograferen is de HDR modus niet de aangewezen oplossing.
De GND filters worden gekenmerkt door de zwarting van het donkere gedeelte, maar ook door het verloop. Omdat deze filters in zeer specifieke omstandigheden gebruikt worden zijn er niet veel verschillen in de zwarting zelf. De meeste GND filters hebben een zwarting van ND8 die overeenkomt met een lichtvermindering van 8 maal (beeld is 3 stops donkerder). Deze waarde geeft een zeer bruikbaar effekt, zonder dat het opvalt: het resultaat blijft aangenaam en natuurlijk.
Grijsverloopfilters met softe overgang
Een tweede eigenschap van de verloopfilters is het soort overgang. De softe overgang gebeurt over een relatief breed gebied en is aangewezen als de horizon niet goed gedefinieerd is (heuvels, huisjes, bomen op de achtergrond) of als de horizon zelf onscherp is (mistig beeld). Dankzij de softe overgang is er geen scheidingslijn te zien in het beeld. Deze filter is gemakkelijk te gebruiken, en het is dan ook deze filter dat je het gemakkelijkst kan vinden in de winkel. Maar als je winkel geen gewone ND filters heeft, dan zal ie ook geen verloopfilters verkopen.
Grijsverloopfilters met harde overgang
Een verloopfilter met harde overgang wordt gebruikt als de horizon scherp afgetekend is. Een softe overgang zou hier een storend beeld produceren. Omdat de filter dicht bij de lens geplaatst wordt, is het effet softer dan wat je ziet als je de filter voor je ogen houdt. Deze filter vraagt een nauwkeurige positionnering en is moeilijker te gebruiken dan een filter met een zacht verloop.
Grijsverloopfilter met omgekeerd effekt
Bij een zonsondergang volstaan de vorige filters niet. Het gedeelte juist boven de horizon is namelijk zeer helder, terwijl de hemel gaandeweg donkerder wordt. Daarbij komt nog dat de sensor bijzonder gevoelig is voor infra-rode straling en de ondergaande zon dus veel te helder toont. De mooie rode gloed gaat volledig verloren. De filterwerking moet dus maximaal zijn juist boven de horizon, met een zachte verloop naar boven toe en een harde overgang naar onderen toe. Naast de "soft GND" en de "hard GND" heeft men dus ook de "reverse GND". Deze filter wordt bijna uitsluitend gebruikt voor zonsondergangen.
Gebruik van de verschillende grijsfilters
Een ND filter kan gewoonlijk op de lens zelf gemonteerd worden, maar dit wordt niet gedaan voor verloopfilters. Verloopfilters worden meestal gebruikt met een filterhouder zodat je de filter kan verschuiven om het effet te laten samenvallen met het beeld. Je gebruikt grijsverloopfilters best samen met een statief, om de compositie vast te zetten en dan de filter te verschuiven tot het effekt bereikt is.
Gebruik je harde en omgekeerde verloopfilters, dan zal je heel nauwkeurig tewerk moeten gaan om de harde overgang van de filter met de horizon te laten samenvallen. Een stevige statief is noodzakelijk. Maak verschillende opnames en beperk je niet enkel tot het beeld in de zoeker. De zoeker toont wel het beeld dat opgenomen zal worden (uitsnede), maar de belichting tussen het beeld in de zoeker en het opgenomen beeld kan verschillen.
Als je verloopfilters gebruikt moet je normaal gezien de belichting niet bijstellen omdat de lichtmeting door de lens gebeurt. Bij een zonsovergang is het natuurlijk aangewezen om het beeld één of twee stops te onderbelichten.
|
Verloopfilters: “soft”, “hard” en “reverse”
De omgekeerde verloopfilter wordt in deze situatie gebruikt: de strook juist boven de horizon is wat te helder en het voorplan is wat te donker. Iedereen is natuurlijk vrij te experimenteren, door het effekt min of meer te laten doorwegen. Je kan ookverloopfilters combineren (als ze van hoogwaardige kwaliteit en niet te dik zijn)
De beelden zijn afkomstig van Paul Reiffer.
Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren
|