Het is beter van niet de ingebouwde flitser van je fototoestel te gebruiken, maar een externe flitser die op de "hotshoe" gemonteerd wordt. Maar soms is een externe flitser op het fototoestel nòg niet genoeg. De externe flitser moet van op afstand bediend kunnen worden alsof die op het toestel zelf gemonteerd zou zijn.
Op de pagina over de afstandsbedieningen voor flitsers worden verschillende alternatieven besproken. Ik het kort heeft de fotograaf de keuze uit volgende mogelijkheden:
De Pocket Wizard is een complete afstandsbediening voor de flitser. Alle bedieningen die op het fototoestel gebeuren worden naar de flitser overgedragen. De Pocket Wizard bestaat in een Nikon- en Canon-uitvoering (de positie van de contacten en het protocol is verschillend). De Pocket Wizard kan enkel overweg met TTL-II (met meetflits, gebruikt bij digitale fototoestellen), niet met de klassieke TTL uit het filmtijdperk (flitsonderbreking bij het bereiken van een voldoende belichting).
De communicatie tussen fototoestel en flitser is heel complex, maar wordt grotendeels afgeschermd voor de gewone gebruiker bij normaal gebruik (op het toestel zelf). Het is pas in speciale gevallen (zoals hier) dat deze standaard-instellingen roet in het eten kunnen gooien. Ik noem er hier een paar:
Het voordeel van deze afstandsbediening komt naar voren als de externe flitser in een strobist-opstelling gebruikt wordt: het licht van de flitser wordt gewijzigd door een softbox of reflector, waardoor de beproefde instellingen niet meer van toepassing zijn ("onderwerp op 2 meter, dus flitser op 1/8 vermogen, opening /5.6 en sluitertijd 1/125"). Gelukkig kan men in de tijd van de digitale fotografie zoveel testfoto's maken tot men de juiste belichting bekomt, maar het is vervelend om het flitsvermogen te moeten regelen op de flitser. Deze afstandsbediening maakt het regelen van het vermogen op de flitser volledig overbodig.
De afstandsbediening bestaat uit een zender en één of meerdere ontvangers (alle flitsers werken met hetzelfde vermogen). Als zender kan je kiezen voor een kleinere MiniTT1 of een grotere FlexTT5 (de mogelijkheden zijn nagenoeg identiek). De ontvanger is altijd een FlexTT5.
Zowel FlexTT5 als MiniTT1 laten de signalen door naar een flitser die op de zender gemonteerd staat: het is dus mogelijk te werken met zowel een flitser op afstand en met een flitser op het fototoestel. Gebruik je een Canon-compatibele flitser, dan werken beide flitsers op hetzelfde vermogen (TTL-bepaald). Ik gebruik een manuele flitser op het fototoestel (ingesteld op een zeer laag vermogen: richtgetal = 8), die is ideaal om een tinteling in de ogen van het model te geven (catchlight), want dit effekt kan je verliezen je als je zijdelinkse flitsers gebruikt.
De toestellen werken direct na het aansluiten (automatische leerfunktie). Het is enkel indien er meer fotografen hetzelfde systeem gebruiken dat je kanalen moet toewijzen.
Met de te downloaden software kunnen de triggers verder geoptimaliseerd worden voor de gebruikte configuratie. Voor ieder fototoestel zijn er namelijk betere instellingen dan de standaard-configuratie. De triggers kunnen een nieuwe firmware krijgen om te kunnen werken met de laatste generatie fototoestellen (iedere generatie heeft andere mogelijkheden).
De geoptimaliseerde configuratie wordt vooral gebruikt bij het werken met een relatief hoge sluitertijd (fill in flash). Vanaf een bepaalde sluitertijd moet de flitser overgaan op FP-modus (HSS genoemd bij Canon: High Speed Sync). Normaal is dit vanaf 1/250 van een seconde. De PocketWizard kan echter correct triggeren op een veel hogere sluitertijd, zonder te moeten overschakelen naar FP modus (bij FP modus of Focal Plane blijft de flitser werken gedurende de ganse tijd dat de sluiter aktief is, waardoor er in totaal minder licht geleverd kan worden). De PocketWizard gaat namelijk de electronische vertraging automatisch compenseren. Meer informatie over de werking van een sluiter en de sluitertijd bij het flitsen staat hier.
De trigger zet het systeem automatisch in HSS vanaf een bepaalde sluitertijd, zonder dat dit ingesteld moet worden op de flitser. De Speedlite 580EX op het fototoestel gemonteerd gaat zelf niet automatisch in high speed als je een hogere sluitertijd wenst te gebruiken.
Hoewel er niets geconfigureerd moet worden op de remote flitser éénmaal die ingesteld (alle bediening gebeurt op het fototoestel), voelt dit aan alsof je met twee toestellen rekening moet houden: de flitser op het fototoestel geeft redelijk voorspelbare resultaten, terwijl er enorm veel parameters instelbaar zijn bij een remote flitser (positie, openingshoek, light modifier, ...)
Dankzij de TTL-werking is het eenvoudig het licht te balanceren (omgevingslicht en flitslicht). De instellingen veranderen niet als je gewoon bent een externe flitser op het fototoestel te gebruiken.
Het is mogelijk met verschillende vermogenszones te werken (zoals bij het systeem van Canon); daarvoor is een extra-controle-module nodig (AC-3). Het systeem van Pocket Wizard is gemakkelijker in het gebruik en heeft meer mogelijkheden dan het systeem van Canon.
Het bereik is een paar meter als de antennes niet recht gezet worden, maar dit heeft ook te maken met de electrosmog die de flitsers veroorzaken. De Speedlite 580EX is een gekende storingsbron (deze flitser kan ook moeilijk getriggerd worden met een goedkope cactus trigger).
Canon heeft ook ingezien dat zijn infra-rood systeem volledig de mist inging en nauwelijks gebruikt werd. Daarom zijn de nieuwe flitsers uitgerust met een radiobesturing (Canon flitsers met RT extensie). Het gebruik van de (nogal dure) Pocket Wizard is dus niet meer nodig, want de funktie is in de flitser ingebouwd. Niet alle flitsers hebben echter deze mogelijkheid, enkel de duurste flitser van Canon (Speedlite 600 EX RT) kan als master en slave gebruikt worden.
Enkel als je zou overwegen om met zones te werken is het systeem van Pocket Wizard aangeraden omdat het systeem gemakkelijker in te stellen is. De combinatie met Pocket Wizard is wel veel duurder omdat bij meest recente Canon flitsers de radiobesturing ingebouwd zit. Meer uitleg over de TTL flitsinstellingen
Laag vermogen | Hoog vermogen |
---|
Het onderwerp tekent zich vaak te donker af tegen de omgeving. Door het onderwerp wat extra te belichten wordt de balans gunstiger voor het onderwerp. Zonder flits zouden de modellen zich aftekenen als silhouetten tegen de achtergrond.
Bij de eerste foto werd er al geflitst (zij het op een laag vermogen): je kan de flitsschaduw zien op de arm en op de schouder.
De belichting werd manueel ingesteld op 1.5 stop onderbelichting voor beide foto's (de achtergrond is evenveel belicht). De twee foto's werden met een verschillende FEC-waarde ingesteld (Flash Exposure Compensation).
-