Het verkoop van fototoestellen is in dalende lijn sinds 2010. De markt van de toestellen met verwisselbare lenzen blijft redelijk stabiel, maar die van de compacte en bridge toestellen is volledig ingestort. Waarom zou je immers een fototoestel kopen, als de smartphone ook foto's kan nemen?
De markt van de fotografie is altijd een beperkte markt geweest (in vergelijking met televisies of radio's). En als je een niche-merk bent zoals Olympus, dan kan de situatie langzamerhand onhoudbaar worden. De coronacrisis heeft de zaken enkel nog versneld. Olympus was niet vooruitstrevend genoeg om nog mee te spelen met de groten. Olympus heeft bijvoorbeeld te lang gewacht om toestellen met video-mogelijkheid op de markt te brengen. De video-opnamemogelijkheid was een lachertje bij de eerste fototoestellen, maar nu kopen de mensen bepaalde toestellen juist vanwege de video-mogelijkheden. Olympus heeft gemeld dat het zich ging terugtrekken uit de markt van de fotografie om zich te concentreren op zijn originele produkten: medische apparaten.
Olympus had een zeer uitgebreid gamma filmtoestellen, van de kleine compact tot de volwaardige spiegelreflex. Bij de overgang naar digitaal heeft het merk een formaat gelanceerd dat totaal niet compatibel was met hun vorige gamma, de Four Thirds (spiegelreflex) gevolgd door de Micro Four Thirds (hybride). Deze norm werd ook gebruikt door andere merken zoals Panasonic (die er meer van geprofiteerd hebben dan Olympus zelf). Olympus heeft zich niet populair gemaakt door een niet-compatibel formaat te kiezen (een fout die Canon en Nikon niet gemaakt hebben). Voor Panasonic maakte het niet veel uit, ze hadden toen enkel camcorders.
Tegenwoordig richten de meeste merken zich tot de betere toestellen, en dat zijn hoofdzakelijk full frame toestellen, de enige toestellen die niet te lijden hebben onder de druk van de smartphones. Maar wat gaat er uiteindelijk gebeuren met het 4/3-formaat? Die zal blijven bestaan, maar dan eerder voor video-toepassingen, daar waar een kleiner formaat technische voordelen biedt. Sharp en Panasonic lanceren regelmatig nieuwe toestellen.
Merken die gestopt zijn met digitale fotografie
Bepaalde merken hebben digitale fototoestellen op de markt gebracht, maar zijn nadien uit dit segment gestapt.- Casio
- Meer dan 20 jaar terug was Casio vooral bekend voor zijn electronische horloges en rekenmachines. Begin jaren 2000 lanceren ze zich op de markt van de digitale fotografie. Maar ze produceren vooral de goedkopere produkten, en dat zijn juist die produkten die geen meerwaarde bieden ten opzichte van de smartphones die meer en meer mogelijkheden hebben.
- Samsung
- Zelfs Samsung kon de tij niet keren, ondanks zeer goede produkten, veel reklame en naambekendheid. Samsung is nooit echt van de grond geraakt wat betreft digitale fotografie. Wat bruingoed betreft heeft Samsung zich teruggetrokken tot de markt van de televisies, smartphones en tablets.
- Lytro
- Lytro is een weinig bekend merkt die zich gespecialiseerd heeft in lichtveld fotografie. Daarbij worden er beelden gemaakt het diepte-informatie. Het is mogelijk achteraf scherp te stellen bij het ontwikkelen van de beelden. Het is echter een complex procédé waarbij post-processing nodig is. De toestellen waren duur en de beeldkwaliteit is nooit optimaal geweest.
- Olympus
- We hebben het al over Olympus gehad, het is één van de grote fotografiebedrijven die gestopt is met fotografie in 2020.
Merken die het overleefd hebben
Een aantal merken doen het niet zo goed, en de coronacrisis heeft de zaken alléén maar moeilijker gemaakt.- Hasselblad
- Hasselblad was de referentie at betreft midden formaat toestellen. Het waren dure toestellen voor de professionals. Hasselblad heeft de stap naar digitaal gemaakt met een aantal toestellen, zowel reflextoestellen als hybride toestellen (de X1D met 50 megapixel). De laatste ontwerpen dateren van 2016 en in 2017 werd de firma ogergenomen door een chinese dronesfabrikant die de naam nu gebruikt voor het digitaal fototoestel op de drone. De bestaande produkten worden nog steeds verkocht, maar er zijn geen nieuwe produkten in de pipeline.
- Nikon
- Het gaat niet zo goed met Nikon, één van de grote merken. Nikon lijkt nu vooral de hybride Z-reeks de promoten, een reeks met full frame sensoren. De Z5 is de laatste telg uit de familie, het is een goedkoper variant van de Z6, die op zijn beurt al een goedkopere versie was van de Z7. Het is niet zeker of potentiele klanten specifiek zitten te wachten op goedkopere downgraded toestellen. De Nikon D850 blijft één van de betere toestellen van Nikon en heeft geen concurrentie. Waarom niet de klemtoon leggen op dit marktsegment?
- Sony
- Sony doet het goed in vergelijking met zijn concurrenten. Het was een merkt die geen filmtoestellen gemaakt had, en dus geen "ballast" moest meesleuren. Sony kon zo zijn eigen ontwerpen lanceren die niet gebaseerd waren op filmtoestellen. Sony heeft Minolta overgenomen om de ervaring en kennis in spiegelreflexen te vergaren, maar al na een paar jaren is Sony resoluut overgestapt op hybride toestellen. Dit was zo succesvol, dat het alle andere merken gedwongen heeft ook een hybride-reeks op de markt te brengen (men min of meer succes).
- Canon
- Van alle traditionele fotografiemerken lijkt Canon nog het meest succesvol, hoewel de verkoopcijfers niet meer te vergelijken zijn met de cijfers van 10 jaar terug. Canon zet regelmatig nieuwe produkten op d emarkt, zoals de R5 (full frame, mirrorless), een toestel die als opvolger gezien mag worden van de Canon 5D-reeks. Hier ook krijgen de goedkoperen toestellen overwegend negatieve opmerkingen: het zijn eigenlijk toestellen waarvan bepaalde funkties uitgeschakeld werden. Tegenwoordig zijn alle toestellen gebaseerd op eenzelfde systeem, met redelijk identieke onderdelen.
- Fujifilm
- Fujifilm blijft het goed doen door uitstekende toestellen die allemaal heel speciaal zijn: een Fuji valt altijd op tussen de rest.
- Panasonic
- Panasonic is altijd een video-merkt geweest (met videorecorders en camcorders) en blijft het goed doen in het segment van de video-opnames.
Evolutie van de merken
