Fotografie


Fotografie » Samenwerkingen » Studioflitsers buitenlokatie

Op bepaalde buitenlokaties kan je extra flitsers gebruiken bij een shooting met modellen. Ik heb daarvoor twee lokaties uitgekozen: de bekende Fort de la Chartreuse in Luik en de minder bekende charbonnage in Hensies.

De studioflitsers zijn de Jinbei 600 (krachtig genoeg, zelfs om een heel grote ruimte te verlichten). Ik heb een installatie met twee flitskoppen, maar ik gebruik er slechts één, dit is minder zwaar. Ik gebruik de flitskop zonder extra softbox, enkel met de meegeleverde diffusor. De flitser geeft heel veel licht, zelfs op minimaal vermogen, dat merk je aan de instellingen op het fototoestel: ƒ/2.8, 1/125 en 50 à 200 ISO.

De Fort de la Chartreuse is ideaal als er zonlicht is. De zon schijnt binnen en je kan van de reflektie van het zonlicht tegen de muren gebruik maken om de modellen uit te lichten. Eventueel kan je met een kleine reflektor (en een assistent) het zonlicht dat binnen schijnt naar de juiste plaats richten.

In Hensies heb je het voordeel dat je kan parkeren juist voor de ingang. De gebouwen zijn in zeer slechte staat, maar dankzij de flitslampen is er nog iets degelijks te doen.

Maar van zodra er geen zonlicht meer is, is alles grauw. Grauw, en ook groen! Door de exuberante vegetatie heb je overal groene reflekties, zeker op het model. Het model krijgt zo een groene schijn. Je kan die schijn wel onderdrukken in de nabewerking, maar je zal nooit mooie warme kleuren bekomen.

Gebruik van gewone flitsers die op afstand bediend worden

Je hebt reeds een externe flitser. Zou je die niet kunnen gebruiken als afstandbediende flitser? Wat heb je allemaal nodig?

Je hebt ten eerste een afstandsbediening nodig. Vergeet de toestellen die op infra-rood werken, het bereik is onvoldoende en de stralen kunnen niet door muren. Het infra-rood systeem is bijna volledig verdwenen, maar er zijn nog een paar flitsers in omloop met ingebouwde infra-rood ontvanger. (De Canon Speedlite 580, bijvoorbeeld: zijn opvolger heeft een ingebouwde radio-ontvanger).

Een kleine softbox of diffusor is ook aangewezen, want de kleine flitskop is eigenlijk een puntbron. Van zodra je met softboxen gaat werken is een statief voor je flitser ook aangewezen. Voila, je installatie is compleet. Maar wat in vergelijking met een echte studioflitser op batterijen?

  • Het vermogen dat de flitser kan leveren is veel lager dan het vermogen van de studioflitser (ongeveer 10× lager). Je kan de flitsers niet gebruiken om extra licht te geven bij fotografie buiten: van zodra de flitser op meer dan een meter afstand staat is het effekt onvoldoende (als de flitser uitgerust is met een softbox). Ook binnenshuis, als je de flitser indirect wilt gebruiken (flitslicht tegen een muur) komt je vermogen te kort.

  • Het vermogen van de flitser is niet in te stellen op afstand (als die instelbaar zou zijn). Gebruik je een merkgebonden systeem zoals de E-TTL van Canon, dan is het vermogen wel instelbaar op afstand, maar het systeem dat Canon gebruikt om het licht te balanceren is ook merkgebonden en komt dus niet overeen met de werking van normale studioflitsers.

    Als beroepsfotograaf die met verschillende soorten installaties zal moeten werken, is het noodzakelijk dat je weet hoe je standaard studioflitsers moet gebruiken.

  • Omdat je meestal op hoog vermogen moet flitsen zijn de batterijen snel leeg. De flitser moet op afstand geplaatst worden en de kleine softbox vreet een deel van het vermogen. Je moet oplaadbare batterijen gebruiken en minstens 3 setjes voorzien (ongeveer 1 set voorzien per uur flitsen)

  • Wat ook leuk is, de studioflitsers (zelfs op batterijen) hebben een modelling light dat je op afstand kan in- en uitschakelen. Door die kortstondig in- en uit te schakelen kan je het effekt van de flitser schatten. Je kan de modelling light ook gebruiken als je door de gangen loopt (bijvoorbeeld in de Fort de la Chartreuse). Zo heb ik gemerkt dat er originele leuzen staan boven iedere deur van het fort. Niemand ziet ze, want de gangen zijn in het duister gehuld (daaron zijn de leuzen ook niet overschilderd).

  • De studioflitsers geven een bip als ze klaar voor gebruik zijn, de condensator is ook veel sneller opnieuw geladen na een flits. Van normale externe flitsers weet je niet wanneer ze klaar voor gebruik zijn, je kan het neon-lampje niet zien. De oplaadtijd stijgt als de accus leeg geraken.
Je kan het aantal flitsers uitbreiden: ofwel gebruik je merkgebonden flitsers (waarbij je het vermogen op het fototoestel kan instellen), ofwel algemene flitsers waarvan je (misschien) het vermogen op de flitser zelf kan instellen. De eerste oplossing wordt duur van zodra je met meer flitsers gaat werken, de tweede oplossing mist aan flexibiliteit.

Als je echt professioneel bezig wilt zijn, gebruik je dus best studioflitsers op batterijen.

Instellingen op het fototoestel

Het is best het toestel volledig manueel te gebruiken, want het kan niet reageren op het extra licht. ISO vast (100ISO, eventueel naar 200ISO gaan), sluitertijd vast (1/125) en opening vast (ƒ/2.8 of ƒ/4). Zo kan je werken met de flitser op een relatief laag vermogen.

  • Wens je de bijdrage van de flitser te verhogen (ten opzichte van het omgevingslicht), dan moet het vermogen van de flitser opgevoerd worden (of je moet de flitser verplaatsen). Dit moet gecompenseerd worden door een kleinere opening (naar bijvoorbeeld ƒ/8), sluitertijd niet verhogen. Dit is bijvoorbeeld het geval buiten, als er geen zonlicht is, maar enkel een grauwe hemel (of er is zonlicht, en je wilt de harde schaduwen afzwakken).

  • Wens je het effekt van de flitser te temperen om de invloed van het omgevingslicht te vergroten, dan kan je indirect flitsen (zorg dat de muur een neutrale kleur heeft) of het vermogen minderen. Dit moet je dan compenseren door de ISO waarde te verhogen, eventueel de sluitertijd te verminderen tot 1/60 en de maximale lensopening te gebruiken.

Regel eerst het vermogen van de flitser ten opzichte van de omgeving (maak testfoto's), corrigeer dan de belichting op het toestel. Je hebt het grootste bereik door met de opening te werken: van ƒ/2.8 tot ƒ/8 kan je al heelwat bereiken. Met de sluitertijd mag je niet teveel spelen: beneden 1/60 heb je bewegingsonscherpte (behalve als je ook een statief voorje toestel zou gebruiken) en boven de 1/250 heb je problemen met de spleetsluiter (zie informatielink onderaan de pagina). De ISO-waarde kan je instellen van 50 naar 3200 zonder overdreven ruis (bij een Canon 5D Mk IV).

In de praktijk

Ik gebruik studioflitsers op batterij van Jinbei. De unit kan twee flitskoppen bedienen, maar ik gebruik maar één flitskop, dit is ruim voldoende. Daarbij is de kabel van de flitskop zodanig kort, dat je de tweede flitser noodgedwongen in de buurt van de eerste flitser moet plaatsen, wat je creativiteit extreem beperkt.

Ik gebruik geen softbox, maar de diffusor die meegeleverd is. De softbox is zeer onhandig op verplaatsing. In tegenstelling met het werken in de studio leveren de flitsers slechts een deel van het licht, en dan wil ik een duidelijke accentbelichting los van het omgevingslicht. Als het nodig is gebruik ik liefst een muur als reflektiescherm.

Een statief voor de studioflitser kan nuttig zijn, maar dit hangt af van de lokatie. Het was niet nodig in Hensies, maar wel in Luik. In geval van twijfel, neem een statief in je auto.

De meegeleverde batterij is voldoende voor en volledige fotoshoot. Ik heb ongeveer 3 uur geshoot, met regelmatig gebruik van de modelling light, maar met de flitser op een relatief laag vermogen. De batterij was nog voor 3/4 vol, maar ik heb twijfels over de betrouwbaarheid van de indicator (het is een soort onnauwkeurige voltmeter).

In de meer donkere ruimtes van Hensies kan de modelling light de scherpstelling vergemakkelijken. Zelfs met lichtgevoelige lenzen zoals de EF 70-200 ƒ/2.8 kan de scherpstelling haperen, zelfs met een Canon 5D Mk IV. Dan heb ik de modelling light permanent ingeschakeld gelaten. Het enige licht kwam van de flitser want de ruimte was redelijk donker (de bijdrage van het omgevingslicht bedroeg ongeveer 1 à 2%)

Zelfs in ruimtes waar er voldoende licht binnenkomt via een grote opening gebruik ik de flitser op een laag vermogen om een meer geconcentreerde lichtstraal te geven. De grote opening zorgt voor een softbox effekt die ik persoonlijk niet geschikt vindt. Ik plaats de flitser in de buurt van de opening, het model krijgt dan softe licht door de opening, en geconcentreerd licht van de flitser.

Plaats je nooit naast de flitser om je foto's te nemen. De flitser gaat het beeld platstrijken (de studioflitser is veel krachtiger dan een externe flitser). Het voordeel van de losse flitser gaat hierdoor volledig verloren, je had evengoed de ingebouwde flitser van je goedkoop fototoestelleke kunnen gebruiken.

Het model belicht je ook liefst niet frontaal, maar je laat het model wel naar het licht kijken (de ideale belichting is nog steeds de Rembrand belichting). Foto 2 is ideaal, foto 3 is niet goed (is een testopstelling).

In open ruimtes is het bereik van de afstandsbediening meer dan 10 meter, maar er is geen bereik als de flitser "om de hoek" geplaatst wordt. Dit geldt voor het Fort de la Chartreuse, waar de muren en vloeren zeer dik zijn, maar vreemd genoeg ook voor de steenkoolmijn van Hensies.

Voorbeeldfoto's

Foto 1 en 1a (foto's zonder flitser):
ƒ/2.8 1/100 500 ISO
Onbewerkte foto: het model heeft een groene schijn, veroorzaakt door de vegetatie. Het effekt in onvermijdelijk: het gebouw is omgeven door struiken en bomen. Naar een hoger gelegen verdiep gaan helpt niet echt, want de bomen zijn ondertussen tientallen meters hoog. En het is geen goede lokatie in de wintermaanden want de wind waait ongehinderd door de open ruimtes. De tweede foto rechts is de bewerkte foto.

Als er zonlicht is, kan je gebruik maken van het zonlicht om het model uit te lichten. Het zonlicht is dan de belangrijkste lichtbron (foto hieronder). Gebruik het zonlicht indirect (weerkaatsing tegen een muur of zelfs tegen de grond). Het effekt is duidelijk omdat de rest van de ruimte redelijk donker is.

Foto 2:
ƒ/2.8 1/125 200ISO
Een typisch gebruik van het omgevingslicht die voor een omlijning zorgt (rimlicht). Het omgevingslicht is eigenlijk tegenlicht, en ik gebruik de flitser (indirect tegen een muur) om het model uit te lichten. Zonder flitslicht zou het model zich aftekenen als een zwarte silhoet.

De omgekeerde combinatie (flitser voor rimlicht en omgevingslicht om het model uit te lichten) is niet aangeraden: de flitser geeft het meest natuurlijk licht, terwijl het buitenlicht gestoord kan zijn (begroeing, grijs weer,...)

Foto 3 en hieronder:
ƒ/2.8 1/125 200 ISO (beide foto's)
Een voorbeeldopstelling, waarbij de lichtbron op een andere verdieping staat. Het effekt is min of meer geslaagd, deze foto is eerder als voorbeeld bedoelt (het model stond daar gewoon om de lichten in te stellen). Laat het model liefst naar het licht kijken om schaduwen aan de oogkasten te vermijden (vooral als het licht van boven komt).

Foto 4:
ƒ/2.8 1/125 50 ISO
Charbonnage de Hensies, licht van één enkele flitser met diffusor. We willen hier een zo scherp mogelijk beeld hebben.

Zonder flitser Met studioflitser

Dit is een voorbeeldfoto (de muur op de achtergrond krijgt teveel licht als de flitser werkt). Voor de volgende foto's heb ik het model verder van de muur gezet zodat die meer tegenlicht ontvangt (betere aftekening). De flitser werd ook van de muur gericht (het resultaat is te zien op foto 2 met Gymshark t-shirt. De instellingen zijn dezelfde gebleven: ƒ/2.8, 1/125 en 100ISO (gebracht naar 200ISO voor de uiteindelijke foto).

Verdere lektuur

Het vervolg van dit artikel: de studioflitser gebruiken om het effekt van zonlicht na te bootsen. Het is natuurlijk beter om foto's te nemen bij helder weer, maar op simmige dagen is er geen zonlicht en is de hemel grauw.

Instellingen op het fototoestel bij gebruik van studioflitsers (grondige uitleg in detail) en waarom je geen sluitertijd boven de 1/250 kan gebruiken met de meeste spiegelreflex toestellen.

De standaard studio-uitlichtingen voor portrets met de bekende Rembrandt belichting.

Bespreking van de Jinbei 600.

Fort de la Chartreuse in Luik en Charbonnage in Hensies.

Strobist fotografie: de benaming heeft specifiek betrekking op gewone losse flitsers die gebruikt worden met een afstandsbediening en lightmodifiers (lichtaccessoires).

Het gebruik van studioflitsers
op een buitenlokatie

1

1a

2

3

4

Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren

-