Fotografie » TechTalk » Sernsorcleaning » Umbra en penumbra
Zolang je met relatief grote openingen werkt (/3.5 of meer) valt het nauwelijks op dat er stofdeeltjes op de sensor aanwezig zijn. Gebruik je echter een kleinere opening, dan zijn de stofdeeltjes goed zichtbaar als donkere stippen.
Hoe je deze stofdeeltjes kan je verwijderen lees je op de pagina sensorcleaning.
Waarom zijn stofdeeltjes beter zichtbaar bij een kleine opening?
Om deze vraag te beantwoorden kan u zich het best richten tot een astronoom. Die zal u alles vertellen over umbra en penumbra (kernschaduw en halfschaduw). Op microscopisch vlak gebeurt namelijk hetzelfde als op planetair vlak.
De figuren hiernaast zijn niet op maat getekend en dienen enkel ter verduidelijking.
- De sensor is links geplaatst (de zwarte strook). Dit is het gevoelig element. Ieder pixel is uitgerust met een microlens om de lichtstralen naar het gevoelig deel te concentreren (photosite). De pixels zijn niet op maat getekend.
- Op de sensor zelf is de bayer kleurmosaiek gemonteerd (de sensor, de microlenzen en de bayer kleurfilter vormen één geheel).
- Dan volgt de anti-aliasing filter (andere benamingen: blurfilter of optische low pass filter (LPF)) in het grijs op de figuren. De low pass filter is meestal even dik als de afmeting van een pixel en is dubbel uitgevoerd.
- Als laatste een beschermplaat. Bij anti-stofsystemen is het dit plaatje dat in trilling gebracht wordt door een piezo-systeem. Het plaatje heeft een coating zoals een lens om reflekties (weerspiegelingen) tegen te gaan. Als je de "sensor" reinigt, dan reinigt je eigenlijk een beschermplaatje.
Bij de eerste figuur werken we met een grote opening (diafragma /2.8). De conus van de kernschaduw (of slagschaduw) reikt niet tot aan de sensor en het stofdeeltje is eigenlijk niet zichtbaar. Enkel de penumbra reikt tot aan de sensor. Bij de tweede figuur hebben we een diafragmawaarde van /22 en reikt de conus van de totale verduistering wèl tot aan de sensor.
Beschermplaatje van de sensor
De bedoeling van het plaatje is een afstand te scheppen tussen de gevoelige oppervlakte en de oppervlakte waarop de stofdeeltjes zich eventueel kunnen vastzetten zodat de stofdeeltjes minder zichtbaar zijn. Hoe groter de afstand tussen sensor en beschermplaatje, hoe kleiner de kans op kernschaduw of slagschaduw. Immers: hoe groter de afstand, hoe groter dat het stofdeeltje moet zijn.
De halfschaduw is echter altijd aanwezig (enkel zichtbaar bij het fotograferen van een effen onderwerp, blauwe lucht, effen muur,...). Met het vergroten van de afstand wordt het effekt minder (de schaduw wordt over een groter gebied uitgesmeerd).
De laatste generatie digitale reflextoestellen is in staat een zogenaamde stofmap aan te leggen (foto nemen van een wit blad papier) om de ongelijke belichting tegen te gaan.
|