Fotografie » TechTalk » Fotostudio » Uitlichting » Academische lichtopstelling
De academische lichtopstelling gebruikt 4 lichtbronnen. In de praktijk kan men echter een paar van de lichtbronnen achterwege laten.
Academische lichtopstelling met vier lichtbronnen
|
Voor de opheldering kan een reflektiescherm gebruikt worden
|
De foto op de indexpagina studio is gemaakt met een academische lichtopstelling in KOdakverhouding en zonder haarlicht.
De klassieke academische opstelling gebruikt 4 flitsers:
- Key of hoofdlicht
Het model wordt hoofdzakelijk door deze lichtbron belicht. Regel de flitsintensiteit zodanig dat je een opening van bijvoorbeeld /4 moet gebruiken (deze waarde zullen we in de voorbeelden gebruiken). Het zichtbaar effekt op het gezicht en het lichaam (hard of zacht licht) wordt hoofdzakelijk door deze lichtbron bepaald (door middel van de light modifier). Gebruik hier bijvoorbeeld een verticale softbox (1 meter op 30cm).
- Fill of vullicht (opheldering)
Deze flitser zorgt ervoor dat er nog details in de donkere delen zichtbaar zijn. Deze flitser moet het model minder belichten, 1/2 van het vermogen van de hoofdflitser of minder. Een verhouding van 1/3 wordt soms “Kodakverhouding” genoemd omdat deze fabrikant deze waarde gebruikte in zijn handleidingen. Voor deze lichtbron gebruik je een bredere softbox. De opheldering maakt traditioneel een hoek van 90° met het hoofdlicht (model als middelpunt).
Het vullicht vermindert het contrast tussen belichte en onbelichte delen (schaduwen). Bij mannenfotografie mag je een sterkere contrast gebruiken, maar minder dan 1/8 moet je niet gaan, want het effekt is dan verwaarloosbaar: als de studio wit geschilderd is, dan zorgt strooilicht voor een voldoende opheldering. Schakel de hoofdflitser uit en doe een lichtmeting. De lichtmeter moet nu een opening van bijvoorbeeld /2.8 (1/2), /2 (/1/4) of /1.4 (1/8) aangeven.
- Backlight (Kicker), haarlicht of rimlicht
Deze lichtbron wordt pal achter het model geplaatst, voldoende hoog dat de installatie niet in beeld komt. De bedoeling is een lichte silhouet-effekt te bekomen dat de omtrek beklemtoont en het onderwerp van de achtergrond scheidt (vandaar ook de derde engelse naam: separation). Het licht wordt op het haar gericht (vandaar de naam), maar ook de schouders moeten licht krijgen. Meestal wordt het vermogen van deze flitser ingesteld op een vermogen gelijk aan dat van de opheldering. Je gebruikt gericht licht (kleine softbox, honinggraat,...) Let op dat deze flitser geen flares veroorzaakt! Je kan de kicker ook diametraal tegenover het hoofdlicht plaatsen: het veroorzaakt een heldere omtrek daar waar het model weinig belicht wordt (en anders in de schaduw zou verdwijnen). De benaming haarlicht wordt gebruikt bij de opheldering van het haar, maar dezelfde lichtbron kan ook het reliëf accentueren (dan gebruikt men de benaming rimlicht).
Opgelet dat oren niet rood oplichten door het licht van de flitser (mannelijke modellen met kort haar). Het effekt kan weggewerkt worden in Photoshop, maar het is gemakkelijker te zorgen dat het effet niet kan optreden in de eerste plaats (flitser hoog zetten in plaats van achter het model).
Opgelet, het gebruik van gericht licht (via een honinggraat) kan de ruwheid van de huid accentueren en vooral op de overgang tussen licht en schaduw bekom je dan een miniatuur maanlandschap. Zorg dat dergelijk gericht licht niet schuin op het gezicht valt.
Het vermogen dat nodig is, hangt af van de situatie. Omdat het tegenlicht betreft is het moeilijk de lichtintensiteit te bepalen met een lichtmeter.
Bij de eerste foto rechts boven zie je goed de reden van het haarlicht of rimlicht: extra volume aan het haar geven en een scheiding maken met de achtergrond. Omdat er met frontaal licht (rechthoekige softbox) gewerkt wordt is een opheldering niet nodig. Het haarlicht moet hoog staan zodat het licht op het hoofd en de schouders valt.
- Background of achtergrondbelichting
Met deze flitser vermijd je schaduwen op de achtergrond. De lamp kan zowel links als rechts geplaats worden en belicht enkel de achtergrond. Hier kan men gekleurde gels op de flitsers monteren om een gekleurde achtergrond te bekomen. Kies liefst een kleurt dat met de huid contrasteert (blauw). De achtergrondbelichting is enkel effektief bij een heldere achtergrond, een zwarte muur belichten heeft weinig zin. In sommige gevallen is een schaduw juist wèl gewenst!
Achtergrondbelichting is soms nodig om een voorwerp (op een glazen plaat geplaatst) te doen zweven.
De achtergrondbelichting wordt vooral gebruikt in televisiestudios om bewegende schaduwen te vermijden.
Accentlicht maakt geen deel van de academische lichtopstelling (voor portrets). Het wordt echter meer een meer gebruikt in bepaalde toepassingen. De accentverlichting geeft relief door het sterk gericht licht. Het kan gebruikt worden om de aandacht te trekken en het produkt interessanter te maken (foodphotography).
De accentverlichting wordt vaak schuin naast de hoofdverlichting geplaatst (geen tegenlicht die reflekties zou kunnen veroorzaken): de hoofdverlichting wortdt geleverd door een brede softbox (nauwelijks schaduwen) terwijl de accentverlichting de aandacht richt op een detail.
Bij de foto met zetel wordt er ook bewust afgeweken van de academische opstelling. We gebruiken geen achtergrondbelichting en geen haarlicht, enkel een zeer zwakke opheldering (grote softbox) en een gerichte hoofdlicht met een honinggraat.
Haarlicht uit
|
Haarlicht aan
|
De academische lichtopstelling met 4 lichtbronnen wordt vaak vervangen door een meer moderne opstelling met 3 lichtbronnen. Als er een haarlicht gebruikt wordt, is het weinig interessant om ook een achtergrondbelichting te gebruiken, want daardoor heb je minder contrast (helder gezicht, helder haar en helder achtergrond). De moderne lichtopstelling gebruikt dus ofwel een haarlicht, ofwel een achtergrondbelichting, maar nooit beide.
De waarden die bij de figuren gegeven worden kan je gebruiken als beginwaarde, maar lees ook mijn opmerkingen.
- Fototoestel
Fullframe met 85mm lens (gebruik je een toestel met cropsensor, dan komt dit overeen met een 50mm lens). Ik zou liever gaan voor een wat langer brandpuntsafstand (bijvoorbeeld 100mm en 85mm) om de vervormingen te beperken.
/9 of /10: mijn voorkeur gaat naar /5.6. De fotograaf gebruikt blijkbaar prime lenzen, en dan moet je het diafragma niet zoveel sluiten om de maximale scherpte uit het beeld te halen. Hoogwaardige prime lenzen halen hun maximale beeldscherpte bij /5.6 of /8. De scherptediepte die je bekomt is voldoende, behalve als je een groep mensen zou fotograferen.
1/160, ISO 100 en 5200°K, de kleurtemperatuur hangt af van flash tot flash.
- Key
450Ws, softbox 80 × 120cm.
Aangezien we een grotere opening gebruiken kan de flitsintensiteit verminderd worden tot 150Ws. Het flitsvermogen dat nodig is hangt in grote mate af van de afstand van de flitser tot het onderwerp: deze waarden zijn dus richtwaarden. Een flitser met een regelbaar vermogen tot 250Ws is ruim voldoende.
- Fill
380Ws of 280Ws, softbox 80 × 120cm.
Ik gebruik een grotere softbox voor de fill zodat het resultaat een zeer diffuus beeld is. Omdat de softbox groter is moet het vermogen wat hoger zijn, ik gebruik hier 100 à 150Ws (max 250Ws instelbaar).
- Background
500Ws, standaard reflector (kleine paraplu)
500Ws lijkt veel, maar het is de bedoeling dat de achtergrond mooi wit is, niet vaal grijs. Met onze grotere lensopening volstaat 200Ws. Als het niet mogelijk is de achtergrond egaal te verlichten, zorg dan dat de lichtvlek centraal staat (de persoon staat in het midden van de lichtvlek). Een vignetering (donkere hoeken) kan artistiek zijn, maar enkel als die symmetrisch is (alle hoeken even donker).
- Haarlicht
280Ws, kleine reflector met rooster (honinggraat)
Het vermogen kan beperkt worden tot 100Ws, maar het is echt aangeraden het haarlicht zo ver mogelijk te plaatsen (om flares in de lens te vermijden), waardoor het vermogen toch opgevoerd moet worden tot 150 of 200Ws.
- Accentlicht (indien van toepassing maakt geen deel uit van de academische lichtopstelling)
Kleine reflector met rooster of snoot naargelang de afmeting van het onderwerp.
Bij een relatief hoog vermogen werkt het accentlicht fotografisch gezien als key (hoofdlicht), terwijl de key hier dient als fill (aanvulling om schaduwen te temperen).
Op een laag vermogen kan het accentlicht gebruikt worden om aandacht te richten op een detail, bij een portret ten voeten uit geeft het wat extra licht op het gezicht.
Het is niet omdat er hier 5 lichtbronnen vermeld staan, dat u ze ook moet gebruiken. In de meeste gevallen kan de achtergrondverlichting vervallen.
|
Academische lichtopstelling
Frontaal licht (key) en haarlicht
Paginas die volgens Google je zouden kunnen interesseren
|